men noemt «payer de sa personne», méér zeg ik, dan op eene,
als in Duitschland, te ver gedreven academische Bildung, die de
lust en geschiktheid tot het meer werkda'dige verstikt, en waar
over in menigen Duitschen staat klachten opgaan?
Ik heb gezocht naar de redenen die de schrijvers er toe brach
ten, de bruikbaarheid der collega's zoo laag aan te slaan. Hebben
zij gedacht dat men zijn vrienden op (vermeende) tekortkomingen
moet wijzen? Dan is toch waarlijk de manier om aan vrienden
tekortkomingen, zoo goed als op de openbare straat onder het
oog te brengen, min of meer onhebbelijk.
Ik vrees dan ook dat zij, in plaats van op dankbaarheid voor
hunnen onderstelden vriendendienst te mogen rekenen, wel eens
kans hebben hun daad te zien qualificeeren, als een uiting, die
niet vrij is van aanmatiging.
Maar genoeg over dit eenigzins pijnlijke onderwerp; er zijn
beweringen van respectabelen ouderdom die, als vele antiquiteiten,
der beschouwing waardig zijn. Het oude strijdros van de enorme
kosten wordt nog eens voorgeleid.
Van geen enkele zijde is er wellicht meer geageerd tegen de
tegenwoordige wijze van vernieuwing der opmetingen, op grond
van overbodige kostbaarheid, dan juist van de zijde der voor
standers van een kadaster met bewijskracht.
Herhaaldelijk is erop gewezen hoe verkwistend het is alle terrein
objecten met dezelfde minutieuse zorg op te meten, zonder onder
scheid of de opneming een eigendomsscheiding betreft, dan wel
een toevallige afscheiding, die een eigenaar voor een gebruiks-
doel aanbracht. De moeite en het werk der detailmeting zijn bij
de thans gebruikelijke werkwijze, bijna dezelfde als noodig zouden
zijn voor een kadaster met bewijskracht; alléén zou de opmeting
zich bij dit laatste tot een deel bepalen van de tallooze terrein
objecten die thans worden opgenomen.
En wat nog zwaarder weegt is de overweging, dat slechts een
kadaster met bewijskracht, opgemaakt en bijgehouden volgens de
regelen die wij ons denken, alleen de geschiktheid heeft om in
overeenstemming te kunnen blijven met de deugdelijk bewezen
en vastgestelde grenzen. De meening van de Heeren Hoffmann
en de Vos niet deelend maar wèl beamend, dat de grensverjaring
het kadastraal bewijsmateriaal na verloop van tijd kan waardeloos