io4 houding van een kadaster met bewijskracht aangevoerd en later wordt daaraan toegevoegd de opmerking dat de landmeters geen juristen zijn. Over de werking van het verjaringsinstituut wil spreker thans niet in bizonderheden treden, omdat dit spookbeeld meermalen en nog onlangs onder de oogen is gezien; hij komt echter op tegen de uitspraak der Redactie, dat de landmeters den rechter het werk uit handen willen nemen. Dit zal ook onder de werking van een kadaster met bewijskracht allerminst het geval zijn. Ook dan toch zal per slot van rekening de burger lijke rechter bij zijne oordeelvellingen door den technicus niet verder aan banden gelegd zijn dan de wet, welke beteekenis aan het kadaster geeft, bepaalt, terwijl dien rechter bij zijn beschouwingen meer betrouwbare gegevens ten dienste zullen staan. Over de moeilijkheden, die de Heeren Hoffmann en de Vos meenen te zien bij uitvoering van de delimitatie en opmetings- werkzaamheden in oude steden, waar dikke muren en ingewikkelde eigendomstoestanden een juiste bepaling der verschillende rechten bemoeilijken, meent spreker hier te mogen zwijgen. Hij meent dat zelfs de schrijvers van «het Kadastrale Vraagstuk» als het noodig mocht zijn, die zwarigheden wel zullen weten te overwinnen. Waar aanwijzing op de kaart te kort mocht schieten, zal een omschrijving op de veldaanteekeningen (die in de bewijskracht deelen), de leemte kunnen aanvullen. Het beroep op de Duitsche deskundigen en meer bepaald op het Geometer-Verein gaat niet op. De leden van dien «Verein» zijn technici, bij verschillende takken van dienst ingedeeld, slechts voor een deel zijn het kadasterambtenaren in Staatsdienst. Zoover zij niet in Staatsdienst zijn en zij hunne inkomsten moeten putten uit werkzaamheden voor particulieren, vervult het eigenbelang een groote rol. De kadasterambtenaren, en onder hen wijst spreker op den Vermessungsdirector Gerke en op Rodenbusch, den Vader van het rechtsgeldig kadaster in het Rijksland, huldigen een andere meening. «Bekwame geodeten stampt men niet uit den grond», zegt de redactie. Spreker wil dit gaarne toegeven, omdat in 't algemeen de menschen niet uit den grond gestampt worden. Met zoodanige algemeenheid wordt in dezen echter bitter weinig bewezen of weerlegd. Motiveering van de uitlating waarom onze kadaster-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1907 | | pagina 106