In «Terugblik» biz. 148 beweert de Heer H.: «dat over het
«geheel de vernieuwing van het kadaster op 't oogenblik op
«technisch wetenschappelijken grondslag wordt uitgevoerd».
En op blz. 161:
«Z. E. Min. Pierson was n.l. overtuigd geworden, dat herziening
«der voorschriften betreffende de vernieuwing van het kadaster
«noodzakelijk was.»
De eer van dit alles komt, zegt de Heer H., beslist aan de
Vereeniging toe.
Dat we dus in die richting niet meer bereikt hebben, ligt niet
aan het verkeerde van het streven der Vereeniging.
T. 1906 blz. 170:
«De vernieuwing zal enorme, niet te schatten kosten met zich
«voeren.»
Over de groote besparing door splitsing, bij vernieuwing, in
eigendoms- en belastingkadaster, wordt geheel gezwegen.
Verder citeer ik uit T. 1888 blz. «181:
«Ook de Heer Hoffmann sprak van de kosten van een nieuw
«kadaster. Door de vele metingen, die ieder jaar noodig zijn om
«vroegere metingen te verbeteren, worden naar zijn meening
«reeds langzamerhand de kosten van een nieuw kadaster betaald.»
In het sten. versl. der verg. v. d. Not. Verg. op 29 Sept. 1900,
vinden we, op blz. 68 de volgende, door den Heer H. gesproken
woorden
«Nog een opmerking over de kosten.
«De Heer Boer releveert, dat de cijfers van den Heer van
«Iterson mogen worden ondersteld op officieele gegevens te be-
«rusten, of althans, dat de mogelijkheid bestaat, dat dit het geval is.
«Mij dunkt, het is niet alleen wenschelijk, maar meer dan tijd,
«dat door de Regeering wordt overgegaan tot het opmaken van
«een tabellarisch overzicht van technische onkosten onzer her-
«metingen, op de wijze als voorkomt in het Zeitschrift für Ver-
«messungswesen J. 1898, S. 265, en J. 1899, S. 43 en 44, opdat
«de onmisbare medewerking van niet-technische deskundigen niet
afstuite op volslagen onbekendheid met de, uit de hervorming
«die wij voorstaan, voor den Staat voortvloeiende finantieele ge-
volgen».
ii5
