Dat overigens de Heer H. niet bang is voor een beetje kosten, bewijzen zijne opstellen over «Grenssteenen» T. 1902 blz. 161 en v.v. en «De tweedeelige grenssteen» T. 1904 blz. 59 en v.v. In T. 1902 blz. 162 lezen wij: «Een der voornaamste hinderpalen welke aan de volkomen «nauwkeurige uitvoering van ons dienstwerk in den weg staan, «is de onbeholpen en slordige wijze, waarop de eigenaren de «grenzen hunner eigendommen afpalen.» Blz. 164: «Naar onze meening verdient slechts ééne wijze van afpalen «aanbeveling n.l. die, waarbij het hart van den paal samenvalt «met het grenspunt». «Iedere andere wijze van palen plaatsen is voor ons uit den booze». Blz. 170: «Waarom gaat de Regeering niet overal tot onberispelijke, aan «geodetische eischen voldoening schenkende verzekering der gren- «zen van rijkseigendommen over of tracht er althans naar; «het voorbeeld zou uitstekend werken en tengevolge hebben, «dat een dwingend voorschrift, waarvan de uitvaardiging in 't eind «niet achterwege zal blijven, het hatelijke karakter van «masz- «regeln» alleen nog zou bezitten tegenover een kleine minderheid «van dwarsdrijvers; tegenover het groepje van lieden dus, dat «zonder schroom door de gemeenschap als «quantité négligeable» «mag worden bejegend.» T. 1904: «De tweedeelige grenssteen». Blz. 65: «Het publiek is met maatregelen van dezen aard be- «slist ingenomen. De Regeering zet zonder aarzelen den eersten «stap, die leidt tot het toekennen van bewijskracht aan de kaart. «Laat ons, ieder voor zich, daarom beproeven in den kring «van onzen arbeid propaganda te maken voor afpaling van gren- «zen door middel van behoorlijke, van doelmatige merkteekens. «Van een goeden uitslag kunnen wij verzekerd zijn en daarbij «zullen wij de zelfvoldoening hebben op niet onbelangrijke wijze «de invoering van de kadasterwet waarnaar wij reikhalzend «uitzien mede te helpen voorbereiden.» En juist zulke maatregelen plus het plaatsen van onmisbare 116

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1907 | | pagina 118