«aanbevolen instelling is niet gevestigd kunnen worden door het «aanvoeren van theoretische gronden.» «Laten wij nu eens propaganda maken voor eene proefneming! «Mochten de uitkomsten der proefneming u soms op niet «voorziene bezwaren wijzen, dan zal de praktijk u veel geleerd «hebben waaraan, rustig aan de studeertafel zittend, niet door u «gedacht is.» Tot slot de voor de tegenstanders geruststellende woorden: «eenigszins waarschijnlijk zelfs - zullen ze dan heel anders «oordeelen.» Allen zullen het wel eens zijn met den Heer R. A. de Wal, T. 1906, blz. 202, waar deze er op doelt, dat de red. de uitnoo- diging aan de Regeering, tot een proefneming, al op een zonder linge manier ingeleid heeft. Overigens is in verband met het onmiddellijk voorafgaande lezenswaardig: «Terugblik, 1903, blz. 166 en 167» waar wij vinden «Ter gelegenheid van een bezoek aan het Departement van «Financiën gebracht, werd door een hooggeplaatst en invloedrijk «ambtenaar opgemerkt: «dat er ten allen tijde, lang voor het tot stand komen van «groote hervormingen, voorloopers éclaireurs waren opge- «treden, die den weg tot het tot stand komen dier zaken hadden «gebaand. Hij geloofde dat het kadaster ongetwijfeld den weg «op moest, door de Vereeniging aangewezen;» «dat het ontwerp voor de praktijk meer uitgewerkt moet worden, «omdat eerst dan de bezwaren tegen de uitvoering voor den dag «treden;» «dat ook wijzigingen noodig zouden zijn in het burgerlijk «recht, om de invoering van een eigendomskadaster mogelijk te «maken.» «Thans, in het negentiende jaar van ons bestaan, zij ons het «stellen der volgende vragen geoorloofd: «ie. Bestaat dat geloof niet meer? «En indien het opgehouden heeft te bestaan, in hoever dragen «wij dan daaraan schuld? «Spruit het gemis aan vertrouwen in ons en in ons streven «voort uit de door ons aangenomen houding? 119

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1907 | | pagina 121