143
kennis, dienen wij ook eenigermate kultuurtechnisch onderlegd
te zijn.
Zoo op het oog lijkt het vraagstuk allereenvoudigst, in de
werkelijkheid is zulks echter niet het geval. Dat plaatselijke
omstandigheden een groote rol spelen bij het nemen eener be
slissing omtrent den te bewandelen weg, behoeft geen betoog,
evenmin als dat het mogelijk is mis te tasten, een ondeugdelijk
stelsel te adopteeren. Op een leerzaam voorbeeld willen wij wijzen.
In ons orgaan Jrg. IV 1888 komt een vertaling voor van
Prof. Jordan's «Die#Karlsruher Stadtvermessung» (Z. f. V. Band
XVI 1887, blz. 313): op blz. 53 lezen wij:
„De hier omschreven eenvoudige zvijze van vastlegging der trigono
metrische en polygonometrische punten vindt hare verklaring in een
beginsel, door het stedelijk bestuur van Karlsruhe aangenomen en dat
ongeveer als volgt onder woorden gebracht kan worden.
„De vastlegging en verzekering der punten moet zooveel mogelijk
geschieden zonder lastig te zijn voor het verkeer op de straten en
zonder het onderhouden en veranderen der straten te hinderen.
„Er mag geenerlei servituut op de straten worden gelegd, hetzij
boven, hetzij onder het plaveisel. Het bureau voor de opmeting zal
zijne kleine, overigens niemand opvallende teekens zelf goed in het
oog houden en, daar het met het bureau van het stadsbouwwezen
verbonden is, bij voorgenomen nieuwe bestratingen enz., zoo noodig
door hulpmerkteekens verzekeren."
Onder den titel Ausführung und Fortführung des Vermessungs-
werks der Haupt- und Residenzstadt Karlsruhe (Z. f. V. Band
XXXV, 1906, blz. 688.) schrijft Irion:
„dat de instandhouding der polygoon-punten op eenvoudige wijze,
niet alleen niet duurzaam bleek, doch ook onbetrouwbaar was, en
bovendien aanleiding gaf, wanneer zij moesten worden opgezocht, tot
veel tijdverlies".
Het beginsel door het bestuur van Karlsruhe aangenomen,
moest worden prijsgegeven, de verzekering van 300 polygoon-
punten in de binnenstad worden vernieuwd.
In de plaats van het eenvoudige stelsel kwam verzekering door
middel van in beton geplaatste ijzeren buizen, voorzien van een, met
het vlak der bestrating gelijkliggend, beschuttend metalen deksel.
De vernieuwing werd over een reeks van jaren verdeeld, ten
einde den geregelden gang der loopende werkzaamheden niet al
te zeer te storen. Waar wij nu op dit gebied alle ervaring missen,