I 5 2 Hoe kan men over een «afgepraat» onderwerp nu, zonder nieuwe argumenten, tot een nieuwe conclusie komen? In 't algemeen gelden bij het nemen van een besluit niet de aangevoerde argumenten vóór en tegen als stemmen bij eene verkiezing, maar kent men aan elk dier argumenten een bepaald gewicht toe en juist dit laatste is onderhevig aan den invloed van persoonlijke waarnemingen, die in verschillende levensperioden heel ongelijk kunnen uitvallen; de argumenten vóór kunnen in waarde toenemen, die er tegen afnemen of omgekeerd, zoodat een tegen elkander opwegen van voor- en nadeelen de balans naar een andere zijde kan doen overslaan dan vroeger. Dat ook bij de beoordeeling der wenschelijkheid van het toekennen van bewijskracht het gewicht der argumenten wijziging kan ondergaan, zal wel niemand willen ontkennen, omdat hierbij zoo weinig er varing ten dienste staat. In de bestrijding van den heer Meijer treft men hier en daar een 'beschuldiging aan van «onwaarheid» of van «de meest ver bazingwekkende onjuiste voorstelling». Dit geldt b.v. ten opzichte van het bestaan der bewering «dat het tegenwoordige kadaster noodwendig binnen betrekkelijk korten tijd moet worden ver nieuwd». Den lezer verzoek ik eens op te slaan jaargang XXI blz. 215 van dit Tijdschrift; hij zal daar vinden in het Voorloopig Verslag over de begrooting van Justitie: „aangezien het kadaster thans zoozeer is verouderd dat eene al- geheele herziening toch in elk geval niet zal kunnen uitblijven". In denzelfden jaargang vindt men op blz. 249 v. v. in een rede van den heer Treub, thans lid der Staatscommissie: „De quaestie is deze: de Minister zal mij dit moeten toegeven in een groot aantal gemeenten is vernieuwing van het kadaster dringend noodig en dat geschiedt dan ook, maar wanneer men daar nu de urgentie eens van ter zijde laat en spreekt van een termijn van 25 jaren voor de vernieuwing van het kadaster, dan zal men wel moeten er kennen, dat die vernieuwing noodig zijn zal en bijkans in alle gemeenten". De lezer oordeele of er al of niet sprake is van directe en algemeene invoering van een kadaster met bewijskracht. De cursiveering is van mij.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1907 | | pagina 164