i75
macher bekend geweest, wellicht had hij dan op blz. 126 niet
neergeschreven
„dat m. i. nog nooit bewijsvoeringen, van welke zijde ook, het
niet mogelijke en het niet wenschelijke van een kadaster met bewijs
kracht ten opzichte der grenzen, hebben aangetoond."
Ook uit zijn opstel: Een en ander over kadastrale techniek
voorkomende in Jrg. XXII (1905) mag tot deze leemte in zijn
nasporingen worden besloten.
Op blz. 168 noemt hij Prof. Emilïo Bianchi een groot voor
stander van een kadaster met bewijskracht, die de meening is
toegedaan
„dat tot heden (Art. 8. blz. 169) de rechtsgevolgen van het kadaster
en de wijzigingen, die daartoe in het burgerlijk recht noodzakelijk
worden, nog steeds niet bij latere wet zijn vastgesteld, tengevolge
van de tegenwerking der op dit punt meer conservatieve elementen
in de regeeringslichamen."
Ons dunkt, de criticus niet criticaster Colpa zou, had
hij kennis genomen van bedoelde literatuur, wellicht de aandacht
gevestigd hebben op het feit, dat Italië een aardbevingsnest bij
uitnemendheid is, een in dit opzicht zwaar bezocht land, waar-
vag enkele deelen zelfs zonder aardschuddingen neiging hebben
om spoorloos te verdwijnen, als b. v. Peschiera Maraglio, dat op
't oogenblik bezig is het voorbeeld van Tavernola volgende,
onder den waterspiegel van het Iscomeer te zinken; een
demonstratie wel in staat, de wetgevers op het gebied van be
wijskracht, ietwat behoudend te stemmen.
Op blz. 127 plaatst de heer Colpa nog enkele zinsneden die
wij niet onopgemerkt mogen laten.
Zij luiden
„heb ik con amore gestemd voor uitbreiding dier eischen
met kennis van kuituurtechniek.
„Bij ingeving, als het ware, zijn wij allen op dat gebied mede-
gegaan.
„Deskundigen op het gebied van kuituurtechniek zijn wij echter
zoo goed als geen van allen.
„Te vergeefs zal men in ons tijdschrift naar een enkel opstel
zoeken over die wetenschap.
„Zelfs op het gebied van ruilverkaveling bepaalt zich onze voor
lichting in het tijdschrift tot eenige zeer algemeene denkbeelden. „Eene