181 Oceaan wel, evenals de slingerwaarnemingen, die op verschillende punten aan den vasten wal zijn uitgevoerd. Het resultaat is, dat op den Stillen Oceaan de zwaartekracht over het algemeen normaal is en voldoet aan de in 1901 door Helmert gegeven formule; slechts in de nabijheid van kusten en eilanden en in een enkel buitengewoon diep gedeelte, waren storingen merkbaar. De hypothese van Pratt betreffende den isostatischen bouw der aardkorst, werd dus bevestigd. De gebezigde toestellen waren ter bezichtiging in een der zalen van de Akademie opgesteld. Door prof. Gauthier werd mededeeling gedaan omtrent de resultaten der slingerwaamemingen, die in de laatste jaren in de Zwitsersche Alpen zijn gedaan en omtrent de basismeting in den Simplontunnel, die daartoe gedurende vijf dagen ter beschikking der Zwitsersche commissie was gesteld; zij geschiedde met invardraden onder direct toezicht van den Heer Guillaume; de bereikte nauwkeurigheid wordt gesteld op 1 1.000.000. Gelijktijdig werden door den Heer Brillouin volgens de denkbeelden van prof. Eötvös, maar met een eenigszins gewijzigde torsiebalans, de kromming van het niveauvlak in den tunnel bepaald. In de 4de zitting deed de Heer Hay ford een uitvoerige mededeeling betreffende de resultaten, die de in de Vereenigde Staten geconstateerde schietloodafwijkingen hebben opgeleverd met betrekking tot den vorm der geoïde en den isostatischen bouw der aardkorst. Ook hierbij vond men eene bevestiging van de hypothese van Pratt, en heeft men na het vol brengen van een overweldigende hoeveelheid rekenwerk kunnen afleiden, dat de compensatie der massa's op een diepte van ongeveer 114 kilo meters moet zijn ingetreden, met 83 en 160 kilometers als uiterste, gren zen; ook zijn de groote as en de afplatting der ellipsoïde, die voor dit gedeelte van het aardoppervlak zich het best aan de geoïde aansluit, afgeleid. Verder werden door verschillende gedelegeerden verslagen uitgebracht betreffende de in de laatste drie jaren in de door hen vertegenwoor digde landen uitgevoerde werkzaamheden. Na de mededeeling van den Heer Poincaré over de graadmeting, die door de Fransche expeditie in Peru en Ecuador is uitgevoerd, waar men met de grootste moeilijkheden te kampen heeft gehad, bracht op verzoek van den voorzitter de verga dering door opstaan een eerbiedige hulde aan de officieren en soldaten, die daarbij als offers van hun plicht en van de wetenschap waren gebleven. De 5de vergadering was voor een groot deel gewijd aan de nationale verslagen; de Heer Heuvelink deed eene mededeeling over de in Nederland verrichte werkzaamheden; de Heer Muller bood een rapport aan van den Heer Blok betreffende den triangulatiearbeid op Sumatra. Verder sprak de Heer Driencourt over het gebruik van het prisma astrolabium ter bepaling van de geografische breedte en van den tijd,

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1907 | | pagina 183