185
verricht op de stations: Oyen, Ophemert, Tiel I, Buren I, Beesd I, Zalt-
bommel I, Zuilichem I, Kuilenburg I, Asperen, Acquoy en Gorinchem I,
benevens aanvullingsmetingen te Puiflijk en centreeringsmetingen te Oss
en Deursen.
De derde ploeg vulde het aan de verkenning van de Veluwe nog ont
brekende aan en maakte een begin met de voltooiing van de reeds in
1903 gedeeltelijk uitgevoerde verkenning van de provincie Utrecht.
Deze ploeg voltooide de metingen op de navolgende stationsFilipsberg,
Heerde, Wolberg, Tepelberg, Vaassen, Nijbroek, Yreebosch (Gld.), Apel
doorn I, Beekbergen I, LJgchelerbosch, Veluwe, Garderen, Boschberg (Gld.),
Heidensberg, Franscheberg, Valenberg, Ede I, Luntersche heide, Wage-
ningen I, Emmikhuizen en Scherpenzeel, terwijl op alle stations de noodige
centreeringsmetingen geschiedden.
Nog werden door haar centreeringsmetingen verricht op de stations:
Scherpenberg, Galgenberg, Salsberg, Varenna, Schadeveld, Imbosch, Kemper-
heide en. Valkenhuizerveld.
Daar een signaal op Veluwe te kostbaar moest worden om in dit
station alle richtingen van den isten rang te kunnen meten, werd besloten
hier alleen die richtingen te meten, die op den vlakken grond zichtbaar zijn.
Teneinde het punt van de omliggende stations te kunnen instellen werd
een baak van 32 M. hoogte opgericht.
De vierde ploeg ving hare werkzaamheden aan met de verkenning van
de provincie Zeeland en vervolgde die na afloop der metingen. Ze vol
bracht de metingen met de noodige centreeringsmetingen op de navolgende
stations: Wijhe I, Heino I, Dalfsen, Zwolle I, Hattem, Zalk, Kampen I,
Elburg I, Nunspeet I, Nijkerk I en Barneveld, benevens centreerings
metingen op de stations de Hollander en Hasselt.
De inrichtingen noodig voor de opstelling der instrumenten en voor de
aanwijzing der driehoekspunten, welke niet op gebouwen gelegen zijn,
werden in den loop van den zomer gemaakt en de torens na voleinding
der waarnemingen weer in hun vorigen staat teruggebracht.
Nog zijn op de punten Teunisduin en Berkheide eenige herstellingen
uitgevoerd en voorzieningen genomen tegen zandverstuiving. De bebouwing
van de verschillende stations en het herstellen van de torens in hun vorigen
staat geschiedde dit jaar door en onder leiding van twee timmerlieden in
vasten dienst, nadat hun daartoe de noodige gegevens waren verstrekt.
De berekeningen van de secundaire driehoeksmeting werden zooveel
mogelijk voortgezet. Met de vereffening van de punten van den isten rang
in Zuid-Limburg werd een aanvang gemaakt; de voorbereidende bereke
ningen kwamen daarvoor voor een groot deel gereed.
Ten slotte zij hier nog medegedeeld, dat het hoofdpunt Huisduinen in
het jaar 1907 zal verdwijnen. De watertoren van de waterleiding van de