i8g
normale omstandigheden genoten. Ziedaar nu juist waarop het aankomt.
In het ééne geval hebben wij te doen met wat moet ivorden betaald, in
het andere inet wat gemiddeld is genoten.
En nu bedenke men, dat kleine woningen dikwijls leeg staan, en dat
niet zelden de betaling der huur, ook van een verhuurde woning, achter
wege blijft.
In de drie plaatsen, in het Verslag genoemd, heb ik doen onderzoeken
of de in het Verslag genoemde feiten juist zijn en indien ja, waaraan dit
is toe te schrijven.
Uit Utrecht heb ik een staat ontvangen waarop gerecapituleerd zijn
367 woningen, waarvan de huurprijs 1 of iets meer of minder bedraagt.
Van de woningen met een huurprijs van 1 's weeks zijn er 73 geschat
op een belastbat e opbrengst van 50, 40 op een belastbare opbrengst
van f 45 en 12 op een belastbare opbrengst van ƒ40. De controleur van
de grondbelasting, die gehoord is over de vraag waaraan dit is toe te
schrijven, zegt, dat in sommige deelen van Utrecht het getal van die soort
woningen zeer gering is, zoodat zij grooten aftrek hebben. Daarbij komt,
dat in een deel van Utrecht niemand een andere woning kan krijgen
zonder het bewijs te vertoonen dat de huur van de vorige woning betaald
is. Die weekwoningen worden bijna uitsluitend beheerd door tusschen-
personen, die den eigenaardigen naam van „uitmaners" dragen. Deze
maatregel, welken ik hier niet heb te verdedigen of te bestrijden, maakt
dat die woningen steeds geregeld huurders vinden en dat wanbetaling daar
niet voorkomt. Vandaar dat de schattingscommissie vrijheid heeft ge
vonden in dat deel van Utrecht de weekhuur met 50 te vermenigvuldigen
en dus de belastbare opbrengst op 50 te stellen, maar in andere deelen
van Utrecht is dat in mindere mate het geval en daar heeft men, zooals
ik reeds zeide, woningen van 1 weekhuur, welker belastbare opbrengst
is gesteld op 45 en 40.
Dit gaat nog verder. In datzelfde Utrecht vindt men woningen van
f 1,10 en 1,20 weekhuur, waarvan de belastbare opbrengst op ƒ40 is
geschat, en woningen van f 1,10 a 1,35, waarvan de belastbare opbrengst
op f 50 is geschat.
Uit 's Hertogenbosch is mij bericht, dat daar zich inderdaad het geval,
in het Verslag vermeld, voordoet, en dat men daar gehandeld heeft gelijk
men deed, omdat uit een nauwkeurig onderzoek was gebleken, dat de
huur van de woningen van 1 per week gedurende 8 a 10 weken niet
binnenkwam, hetzij door ziekte van het gezin, hetzij door het leegstaan
van de woning.
In Tilburg heeft men nog lager geschat. Ik heb daarover inlichtingen
ingewonnen bij den afgetreden voorzitter van de schattingscommissie, die
evenwel zelf in de schatting van deze woningen geen aandeel heeft gehad,