[MM—aam««raHMSBaaa
H. D. ARENTSEN (1855—1907).*)
Heden, 12 November, had hier een droevige plechtigheid plaats.
Het stoffelijk overschot van den heer Arentsen, in leven land
meter van het kadaster, werd grafwaarts gebracht.
Op 8 November, ongesteld van een dienstreis tehuis gekomen,
moest hij denzelfden dag worden geopereerd; deze kunstbewerking
mocht hem helaas niet meer redden en reeds den 9^ November
werd zijn levensdraad afgesneden.
Alle ambtgenooten van den heer Arentsen, alsmede vertegen
woordigers van de takken van dienst waarmee hij in aanraking
kwam, waren op de begraafplaats saamgekomen om blijk te geven
van de achting en de sympathie, die zij voor den afgestorvene
gevoelden.
Nadat, aan de geopende groeve, de overledene door meerdere
sprekers was herdacht als vader en vriend, werd hij door den
heer van Baarle in korte, juiste woorden, in herinnering gebracht als
ijverig ambtenaar, vol plichtsbesef, als vriend van zijn ambtgenooten.
De zijnen hebben in hem verloren een liefhebbend echtgenoot
en vader, anderen hebben met hem zien heengaan een vriend of
ambtgenoot, die om.zijn openhartig, oprecht karakter, blijvend in
aller herinnering zal voortleven.
Breda, 12 November 1907.
Ingezonden.