«Bevordering der belangen van het Kadaster; «Verspreiding van kennis van het Kadaster en de Landmeet kunde»; bedenken we, dat naar dit doel is gestreefd gedurende meer dan twintig jaren, langs een weg, die door die tijden heen was gehouden, wel is waar niet voor den gemakkelijksten, doch voor den eenig juisten; dat eindelijk was genaderd het zoo lang verbeide tijdstip, waarop haar open en eerlijk strijden misschien met eenig succes kan worden bekroond; dat nu juist op dit oogen- blik twijfel wordt gebracht daar, waar het onvermoeide streven der Vereeniging vertrouwen had gewonnen; dat die twijfel is opgeroepen door leden, die voor dezen steeds de banier onzer gemeenschap hoog hebben geheven, dan helaas moeten we erkennen dat onze Vereeniging hier is geraakt in een toestand, die den naam «gunstig» zeker niet dragen mag. Hopen we dat de toewijding en de overtuiging van de velen, die bleven gelooven en vertrouwen in anderer en eigen kracht, sterk genoeg zullen zijn, om te verdrijven de spoken opgeroepen door wankelmoedigen, wien met het bloeitijdperk van hun leven ook het geloof in de illusiën dier jaren ontvlood. Mocht aan den toestand der Vereeniging niet een lofzang kunnen worden gewijd, de weg van het Bestuur leidde allerminst over rozen. Zooals de Redactie op de 22e Algememeene Vergadering had aangekondigd, gaf zij een uiteenzetting van 't standpunt, dat zij voortaan omtrent het kadastrale vraagstuk wenschte in te nemen, aan het Bestuur ter beoordeeling. Waar die denkbeelden ge tuigden van een zoo totalen ommekeer, was de mogelijkheid om tot een vergelijk te komen, reeds bij voorbaat uitgesloten. Daarom werd langs schriftelijken weg, alsook in een samenkomst met de Redactie, gepoogd de redacteuren van hun voornemen tot het publiceeren dier beschouwingen te doen afzien, doch te vergeefs. Van dit tijdstip af, was vrijwel elke samenwerking tusschen Bestuur en Redactie onmogelijk. Later werd de verhouding zelfs van dien aard, dat het Bestuur, na de verschijning van het redactie artikel pag. 18 a 21 jaarg. 1907, overwoog of het de redacteuren zoude schorsen of zelf zijn mandaat ter beschikking van een alge- meene vergadering zoude stellen. Tot den eersten maatregel achtte het zich echter niet bevoegd en den tweeden meende zij, om de daaraan voor de Vereeniging verbonden kosten, te moeten nalaten. 2 I I

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1907 | | pagina 215