rekest verzonden aan Hare Majesteit de Koningin, naar aan
leiding van het Koninklijk besluit d.d. 14 Mei 1906 N°. 58, in
verband met het besluit van 31 Mei 1905 N°. 55 inzake ontslag
en overplaatsing der ambtenaren. Dit rekest is opgepomen in
het tijdschrift, jaargang 22 pag 231. Het werd namens de
Vereeniging onderteekend door den oud-A oorzitter, den Heer
Boer, omdat vorm en inhoud het wenschelijk maakten, dat het
stuk dezelfde onderteekeningen voerde als het vroeger ter zake
ingediende rekest.
Krachtens besluit der voormelde Algemeene Vergadering, werd
overgegaan tot het drukken van de indertijd door Bestuur en
Redactie saamgestelde memorie: Organisatie en Reorganisatie
van den Kadastralen dienst, te voren reeds behandeld op de
algemeene vergadering te Maastricht. Het geschrift werd den
leden toegezonden onder geleide van een circulaire houdende
uitnoodiging om eventueele opmerkingen in te zenden aan het
Bestuur, ten einde dit in de gelegenheid te stellen het stuk, met
een overzicht van de door de leden geleverde beschouwingen
over te leggen aan de Staatscommissie, ingesteld bij Koninklijk
Besluit van 30 Juli 1906, inzake hypotheekstelsel, registratiewetge
ving, enz.
Het geschrift mocht zich niet zoo in de algemeene sympathie
verheugen als de onderteekenaars meenden te mogen verwachten.
Zelfs de geheel op het vergaderingsbesluit gebaseerde circu
laire scheen de gevoeligheid van enkele leden te hebben ge
prikkeld. In de memorie zelve waren 't voora.1 de denkbeel
den omtrent hervorming van den kadastralen dienst, die tegen
werpingen uitlokten. Een door te Assen wonende leden ge
daan voorstel tot het beleggen eener buitengewone algemeene
vergadering, waarin de bezwaren tegen die memorie zouden worden
behandeld en reorganisatieplannen zouden worden geformuleerd,
die konden worden beschouwd als te zijn de uitdrukking van
algemeen begeerde verbeteringen, vond steun bij niet minder dan
75 leden. Dientengevolge werd door het Bestuur een uitnoodiging
tot de leden gericht om hunne meenigen omtrent dit onderwerp
schriftelijk in te zenden. De ingekomen beschouwingen werden
gedrukt aan de de leden meegedeeld, en een algemeene vergadering
werd uitgeschreven tegen [9 Maart 1907.
213
I