214
Behalve de behandeling der memorie werd op de agenda dezer
vergadering geplaatst een van leden te s-Gravenhage ingekomen
motie, betreffende de door de Redactie gepubliceerde inzichten
omtrent het kadastrale vraagstuk benevens voorstellen van vijf
leden inzake tractementsregeling der landmeters van het kadaster.
Ter voldoening aan den, van de 22e Algemeene Vergadering
ontvangen last, werd door het Bestuur het volgende rekest ver
zonden
„Aan Zijne Excellentieden Minister van Financiën
„geeft met verschuldigden eerbied te kennen het Bestuur der Vereeniging
voor Kadaster en Landmeetkunde (welker statuten zijn goedgekeurd bij
„Koninklijk Besluit van 4 December 1887 N°. 23), zulks krachtens op
bracht ontvangen van de Algemeene Vergadering d.d. 20 Augustus 1906;
„dat bij Koninklijk Besluit d.d. 30 Juli 1906 N°. 97 (circulaire N°. 1303
„Regie N°. 69) regelen zijn vastgesteld voor de vergoeding van verplaat
singskosten toe te kennen aan ambtenaren der afdeeling registratie enz.;
„dat uit de, in al. 1 van art. 1 van genoemd Besluit voorkomende
„zinsnede: „Die in het belang van den dienst verplaatst worden", moet
„worden afgeleid, dat de bepalingen van het Besluit niet van toepassing
„zijn, indien de verplaatsing een gevolg is van een door den ambtenaar
„daartoe gedaan verzoek;
„dat daardoor aan de voor de ambtenaren van het Kadaster gunstige
„bepalingen van voormeld Koninklijk Besluit veel van hunne beteekenis
„wordt ontnomen, omdat vele, zoo niet de meeste verplaatsingen dier
„ambtenaren geschieden op verzoek;
„dat bij andere takken van Staatsdienst daaromtrent mildere bepalingen
„bestaan, zooals die wélke zijn vastgesteld voor het personeel der posterijen
„en telegraphie, bij Koninklijk Besluit van 6 Juni 1900 N°. 101, gewijzigd
„bij Koninklijk Besluit van 8 Juni 1905 N°. 73, krachtens welke besluiten
„aan deze ambtenaren vergoeding voor kosten eener verplaatsing op ver-
„zoek kan worden toegekend, indien de betrokken ambtenaar op de oude
„standplaats is werkzaam geweest gedurende een termijn van minstens
„2 jaren voor de directeurs, en van minstens 5 jaren voor de overige
„ambtenaren;
„dat onder de voor de kadasterambtenaren geldende regelen, in een
„door overlijden of ontslag van een landmeter van het kadaster ontstane
„vacature die toch in het belang van den dienst moet worden vervuld
„thans veelal wordt voorzien op kosten van den ambtenaar, die de
„open gevallen plaats inneemt, wat op gronden van billijkheid niet ver
dedigbaar schijnt;