215 „redenen waarom voornoemd Bestuur Uwer Excellentie eerbiedig ver boekt, bepalingen in het leven te willen roepen, die het mogelijk zullen „maken, dat ook aan de ambtenaren van het kadaster, na een verblijf „van een zeker aantal jaren op een bepaalde standplaats, de verplaatsings kosten kunnen worden vergoed, ook dan, wanneer de verplaatsing een „gevolg is van een daartoe door den betrokken ambtenaar gedaan verzoek." ,,'t Welk doende enz. Het Bestuur enz." Overeenkomstig het besluit der buitengewone Algemeene Vergadering van 19 Maart 1.1. is de meergenoemde memorie: „Organisatie en Reorganisatie van den kadastralen dienst" in ver band met den uitslag der stemmingen gewijzigd. Uit het gedeelte A zijn de passages, die aanstoot hadden gewekt, weggenomen en in plaats van het gedeelte B is, in zeer oppervlakkige trekken, aangeduid de richting, waarin de vergadering een reorganisatie van den dienst wenschte geleid te zien. Het stuk is daarna, in druk, verzonden aan de Staatscommissie in zake hypotheekstelsel enz., met een begeleidend schrijven waarin tevens, volgens den wil der laatste Algemeene Vergadering de aandacht der Commissie werd gevestigd op de meening der vereeniging omtrent een kadaster met bewijskracht en de opleiding der landmeters. Dit schrijven was van den volgenden inhoud: Aan de Staatscommissie inzake hvpotheekstelselregistratie- ivetgeving, enz. „In November 1905 werd door het toenmalige Bestuur der Vereeniging „voor Kadaster en Landmeetkunde, in samenwerking met de Redactie van „het Tijdschrift dier Vereeniging, aan den Minister van Financiën aange boden eene memorie omtrent de Organisatie en Reorganisatie van den kadastralen dienst, van welker inhoud, blijkens Zijner Excellentie's schrijven „d.d. 23 Februari 1906 N°. 71 Registratie, met belangstelling kennis werd „genomen. „Het geschrift was tweeledig; 't bevatte i°. een kritiek op de bestaande „inrichting van den genoemden tak van Staatsdienst en 2°. een beknopte „schets van een reorganisatie. „Zooals later bleek, konden niet alle leden der voornoemde vereeniging „onvoorwaardelijk instemmen met den geheelen inhoud dier memorie. „Bepaaldelijk een aantal der jongere landmeters zag in de door de „samenstellers der memorie ontworpen regeling van den dienst een gevaar

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1907 | | pagina 219