Eerste Kamer. Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1907.
Yoorloopig Verslag.
Memorie van Antwoord.
Uit het Verslag der Algemeene Rekenkamer over 1905.
2 I
werd aangevoerd komen wij terug, zoodra de bestrijding onzer
tegenstanders gedrukt voor ons ligt.
Red.
VIIde Hoofdstuk B. (Financiën).
2. Herziening van taxaties der ongebouivde eigendommen.
Vair verschillende zijden werd het verlangen uitgesproken naar eene
herziening van de taxaties der ongebouwde eigendommen. De Regeering
late zich in deze niet terughouden door de kosten, daar dergelijke her
ziening zeer van invloed zal zijn op de opbrengst der belastingen, met
name van de vermogensbelasting. Het verschil in de waarde van gronden
was in sommige gedeelten van ons land, thans in 15 jaar, grooter dan
voorheen in 50. In de Groninger veenkoloniën bijv. is de waarde van
vele veengronden tegenwoordig gelijk aan die van oude bouwgronden,
niettegenstaande de waarde der eerste op niet meer dan */3 van die der
laatste werd aangeslagen. De kunstmest heeft bij deze aanzienlijke stijging
van waarde de grootste rol gespeeld. Ook in andere streken van ons
land valt op analoge feiten te wijzen. Herziening om de tien jaren
ware gewenscht.
2. Herziening van de belastbare opbrengst der ongebouwde eigendommen.
De ondergeteekende is niet afkeerig van eene herziening van de belast
bare opbrengst der ongebouwde eigendommen. Dit onderwerp ontgaat
zijn opmerkzaamheid niet, maar hij heeft zich daarmede nog niet in het
bizonder kunnen bezig houden.
De vraag of eene periodieke herziening wenschelijk ware, zal ongetwijfeld
mede een punt van ernstige overweging moeten uitmaken.
Van de verder in het Voorloopig Verslag te dezer zake voorkomende
mededeelingen en beschouwingen heeft de ondergeteekende met belang
stelling kennis genomen.
Vergoeding voor reiskosten bij gebruik van eigen rijtuig of rijwiel. (Financiën).
In 1885 had de Algemeene Rekenkamer aan den Minister van Financiën
te kennen gegeven, dat kosten ter zake van het gebruik van eigen rijtuig,