2 I 6 „voor de zelfstandigheid van een deel der ambtenaren en maakte uit dien „hoofde bezwaar tegen de voorgenomen aanbieding van het geschrift aan „Uwe Commissie. „Ten einde te komen tot een formuleering der in de uitoefening van „den dienst algemeen gevoelde bezwaren en der gewenschte verbeteringen, „welke zou kunnen worden beschouwd als de uitingvan degeheele vereeniging, „werd, zoo langs schriftelijken weg, als in een voornamelijk met dat doel „bijeengeroepen vergadering, nader het oordeel der leden omtrent de „genoemde onderwerpen ingewonnen. „Als gevolg van die gedachten wisselingen, heeft thans het Bestuur der „Vereeniging voor Kadaster en Landmeetkunde de eer, Uwe Commissie „hierbij aan te bieden, een beknopte memorie, behelzende een uiteenzetting „van de gebreken, die naar 't algemeen gevoelen der landmeters van het „kadaster de inrichting van dit dienstvak aankleven en verder, in zeer „oppervlakkige trekken, een aanduiding der richting waarin, naar 't gevoelen „dier ambtenaren, verbetering behoort te worden gezocht. „Dat de voorstellen tot hervorming niet nader zijn uitgewerkt, heeft „tweeërlei oorzaak. Het is uit den aard der zaak zeer moeilijk met een „groot aantal personen, ook in uitgewerkte details, tot overeenstemming te „geraken omtrent aangelegenheden, die dikwerf zoo nauw samenhangen „met persoonlijke belangen der tot oordeel geroepenen, en dan zijn hier „onder dezen, velen de meening toegedaan, dat de Vereeniging door t „aanbieden van uitgewerkte hervormingsplannen, zich zoude begeven op „een terrein, dat als het meer speciale eigendom van Uwe Commissie „behoort te worden geëerbiedigd. „Omtrent de geformuleerde reorganisatiedenkbeelden behoort nog te „worden opgemerkt, dat de bovengenoemde Algemeene Vergadering, af scheiding van de hypothecaire en de kadastrale boekhouding noodig zoude „achten, ingeval er overwegende bezwaren mochten bestaan tegen den „door haar geuiten wensch, om den verantwoordelijken ambtenaar aan een „bewaring, gekozen te zien uit de ingenieurs-verificateur en de landmeters „van het kadaster. „Afgescheiden van de organisatie van het dienstvak zelve, meent de „Vereeniging dat de opleiding der landmeters van het kadaster dringend „verbetering eischt. Tal van keeren en langs tal van wegen heeft zij „getracht door haar gewenschte hervormingen tot verwezenlijking te brengen, „doch slagen mocht zij daarin niet. „Naar het Bestuur der Vereeniging meent, zou verbetering in die opleiding „onder meer te vinden zijn in uitbreiding van het examenprogramma voor „adspirant-landmeter en in het instellen van een cursus, met het speciale doel, „de adspirant-landmeters te bekwamen voor het examen van landmeter „en voor de richtige uitvoering van de taak die hen als zoodanig wacht.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1907 | | pagina 220