Die citaten bewijzen trouwens, dat al de genoemde autoriteiten
voor zich zelf voorstanders waren van een kadaster met bewijs
kracht, doch zich ter dege bewust, dat tal van bezwaren bestonden
of geopperd zouden worden.
Ze bewijzen, dat Steppes, Jordan e. a. niet zoo illusionistisch
waren, als H. in 1903. Ze waren werkelijkheids-menschen,
maar voorstanders van bewijskracht.
Waar heeft de Heer Colpa beweerd: één zeer hoog weten
schappelijk man aan het hoofd en de uitvoerende personen
maagdelijk op het gebied van kadastrale metingen, dat is je zvare?
De Heer Colpa heeft slechts het feit gereleveerd, dat bij
Neuilly-Plaisance op die wijze onbetwist goede resultaten verkre
gen zijn en heeft dat feit gebruikt, om op het overdrevene der
bekwaamheids-eischen van de Red. te wijzen.
De Heer Colpa heeft niets verkondigddoch zich bepaald
tot het aanhalen van feiten.
De Heer H. maakt zich hier schuldig aan onjuiste voorstellingen
en dwaze gevolgtrekkingen, die wel niet in de lijn zullen liggen
der ontwikkeling van de Staatscommissieleden.
De vermelding van het «incident Wageningen» doet niets
af aan de juistheid van het door den Heer Colpa vroeger
beweerde
i°. Zoolang de Heer Boer alleen redacteur was, is mij geen
enkel feit bekend, wijzende op belangrijk verschil van ziens
wijze tusschen bestuur en redactie.
2°. Geen enkel feit geeft recht, het schipbreuk lijden der
pogingen, in 1903, tot verkrijging van opleiding te Wageningen.
te wijten «aan de Registratie.»
Hij voegt daar nu nog aan toe: en nog veel minder aan de
Bestuursleden in 1902: de Heeren Gombault en Colpa.
Zeer terecht is de aandacht van den Heer H. gevallen op het
woordje alleen
Juist omdat de Heer Colpa «Wageningen» niet vergeten was,
juist omdat hij wist dat de Heer H. hem «Wageningen» nooit
vergaf, heeft hij het woordje alleeningelascht.
Het verschil van gevoelen ontstond, nadat de Heer H. in de
redactie het nieuwe klavier van kuituur-techniek en Wageningen
begon te bespelen.
De Heer H. heeft den Heeren Gombault en Colpa nooit
222
