kunnen vergeven, dat ze durfden toonen met hem van gevoelen te verschillen. Die Heeren hebben zich volgens zijne inzichten onbehoorlijk gedragen, door niet lijdelijk te gaan den weg, door den Heer H. aangewezen. De Heer Co lp a heeft in dat opzicht heel geen slecht geheugen, zelfs beter dan dat van den Heer H., die geheel vergeet dat het «incident» zooals ook de Heer Boer zal toestemmen, tegen over wien in dezen ook de Heeren Gombault en Colpa stonden geen invloed heeft gehad op den gang der zaken en slechts uit gekrenkte ijdelheid op dit aambeeld blijf hameren. Het wil den Heer Colpa voorkomen, dat de Heer Boer destijds terecht den Heer Colpa als secretaris adviseerde, het verslag over dat incident, evenals over de later gehouden vergadering met het College van Directeuren te Wageningen, tot een minimum te reduceeren. Hoe beknopt de verslagen ook waren, toch zullen ze den aan- dachtigen. lezer bewijzen, dat de beweringen van den Heer Colpa juist zijn. Wat in het archief over deze zaak berust, be hoeft hij zich ook niet te schamen. Nu, nog zooveel te meer dan in 1902, is de Heer Colpa over zich zelf tevreden, dat hij zich aan de zijde van den Heer Gombault heeft geschaard. Er is geen taktische fout begaan, er is geen onheil gesticht; de betrekkelijke zaak is afgehandeld, zonder dat de houding van de Heeren. Gombault en Colpa iets bedorven heeft. Er is een incident geweest, zij het dan ook zonder ernstiger gevolg, dan dat de Heer H. in zijn ijdelheid gekwetst bleef, maar .is het niet unfair, een ernstig hoofdredacteur onwaardig, den Heer Colpa, in quasi geestigen vorm te verwijten, dat hij het incident binnen de engst mogelijke grenzen trachtte te houden? Moet de breede opzet over dit in zijne gevolgen niets beteekenend incidentje, soms dienen om de aandacht af te leiden van het geheel gemis van zakelijke weerlegging van het door den Heer Colpa gezegde en geschrevene? Vervolgende: De Heer colpa hoopt «1bescheiden» te blijven, waar zulks noodig is. Het ohne ihrop de wijze als door den Heer H. gehuldigd, hoopt hij nooit na te volgen. 22 3

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1907 | | pagina 227