vormt de reeks dier examen-verslagen een eentonig klaaglied in verscheiden strophen. Ongetwijfeld behoort het tot de plichten van den Staat voor eene zorgvuldige opleiding zijner ambtenaren zorg te dragen, op de eerste plaats van die, wier voornaamste beroepsbezigheden van wetenschappelijken aard zijn, alzoo mede van de landmeters van het kadaster. Ofschoon de landmeter in Nederland zich nog geen plaats wist te veroveren onder hen, voor wie op de eerste plpats voor zorgvuldige, wetenschappelijke opleiding gezorgd wordt: den geestelijke, den dokter, den rechtsgeleerde, den ingenieur, geniet ook hij volgens de tegenstanders van ons streven eene zorgvuldige opleiding: «bij zijn tak van dienst», Hoe het echter in waarheid met de vorming van den landmeter bij het dienstvak gesteld is, hoe het onmogelijk is, ook maar bij benadering daar op te leiden overeenkomstig de eischen onzer zich nog immer ontwikkelende landmeetkundige wetenschap en in overeenstemming met steeds hoogere eischen van allerlei aard, door het publiek aan de voort brengselen van onzen arbeid gesteld, springt den onbevooroor- deelden onderzoeker onmiddellijk in het oog. De objectie, dat ambtenaren der registratie, der posterijen, der telegrafie, der belastingen allen bij hun dienstvak met voortreffelijke uitkomsten worden opgeleid, en dus voor de kadasterambtenaren geene uit zondering zoude behoeven te worden gemaakt, vervalt, wanneer men daar tegenover stelt, dat de werkkring niet is als bij genen, het uitvoeren van zoetten, doch het toepassen van een wetenschap dat bij het dienstvak wel de noodige ambtenaarsroutine wordt verkregen, doch niet de landmeetkundige wetenschap, waarop de techniek van het ambt berust. Tegenover de hier te lande zoozeer doorgedreven en volgehouden onthouding van overheidswege treft men in het buitenland, voor namelijk in Pruisen eene reeds twintig jaren bestaande, tot in onderdeelen zorgvuldig uitgewerkte organisatie aan, Hoe zoude het gesteld zijn met het ontwikkelingspeil onzer medici, onzer ingenieurs, wanneer voor hen een dergelijk systeem werd gevolgd? Ook in de Duitsche staten zijn de toestanden achterlijk geweest; langzamerhand is de tegenwoordige toestand ontstaan onder den drang derzelfde beweeggronden, die ook hier tot eene systematische opleiding moeten voeren. De meening bestaat bij sommigen, dat eene hoogere mate van 241

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1907 | | pagina 245