inleiding en opent gelegenheid tot verdere gedachtenwisseling. De Heer Kanngiesser uit zijn vrees dat eene aanvulling van het adspirants-examen met differentiaal- en integraalrekening, de opleiding der candidaten voor dit examen zal overbrengen van de Hoogere Burgerscholen op bizondere instituten, wat met het oog op de algemeene ontwikkeling der aanstaande adspirant- landmeters zeker te betreuren zou zijn. De Heer Hoffmann meent begrepen te hebben, dat de inleider ook thans nog de cultuurtechniek op het programma wil plaatsen. Met de ruilverkaveling houdt het Departement van Landbouw, en speciaal de Nederlandsche Heide-Maatschappij die wel is waar nog geen Staatsinstelling is zich ernstig bezig. Hij vreest, dat ook daarom de Staatscommissie voor registratiewetgeving weinig geneigd zal zijn, zich met deze zaak in te laten. Nu eenmaal de opleiding te Wageningen is mislukt, verwacht hij er weinig heil van de cultuurtechniek in het examen programma voor landmeter op te nemen, al zal, naar zijn overtuiging, ook eenmaal de landmeter in de ruilverkaveling een werkzaam aan deel hebben. Hij voor zich zou thans wenschen een aanvullings- of overgangs maatregel, door de opleiding voor en de eischen van 't adspirants- examen te laten zooals ze zijn, en op te richten een school, die de adspiranten zou bekwamen zoowel voor 't volgen van het onderwijs aan de Technische Hoogeschool als voor de praktijk bij het dienstvak. De Voorzitter kan ook niet geheel meegaan met de inleiding van den Heer de Wal. Het ontwikkelde programma lijkt hem, waar 't op het wiskundig deel aankomt, reeds veel te uitvoerig. Wil men ruilverkaveling opnemen onder de takken van dienst, waarvoor de landmeter moet berekend zijn, dan zou 't examen programma nog uitbreiding behoeven. Zooals hem bij persoonlijke kennismaking met de ruilverkavelingswerkzaamheden is gebleken, eischt de uitvoering daarvan ook kennis van de bouwkunde. 't Is vrij duidelijk gebleken, dat men de cultuurtechniek niet aan ons dienstvak wil toevoegende Staatscommissie zal zich niet bevoegd achten zich met dit onderwerp bezig te houden; de op leiding te Wageningen zal voorloopig wel tot de vroome wenschen blijven behooren, omdat na 't voorgevallene niemand lust zal hebben daartoe het initiatief te nemen. Hij zou daarom de voorkeur 245

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1907 | | pagina 249