schenken aan het plan reeds, onder voorbehoud, onder de aandacht
der St. C. gebracht. Dit zoude het bezwaar opheffen, dat de
adspiranten naar Delft gaan zonder voldoende voorbereiding.
Van de drie wegen door den inleider aangewezen: Delft,
Wageningen of speciale cursus, zal hij voor zich den laatste
verkiezen. Deze zou ook het voordeel hebben, dat de adspiranten
bekwaam worden voor de praktische uitvoering van de taak die
hun wacht. Hoe zeer zulks noodig is, wordt door eenige sprekende
feiten aangetoond.
De Heer de Wal merkt op, reeds vermoed te hebben, dat
door enkele voorlezing zijne bedoeling wel niet geheel bekend
zou zijn. Door hem is niet een bepaald program van onderwijs
of een bepaald opleidingssysteem voorgesteld; hij heeft de eischen
ontvouwd, die aan de kennis van een voor zijn taak berekenden
landmeter thans gesteld moeten worden, om de vergadering
te laten beslissen in welken zin omtrent deze punten zijn concept
voor mededeeling aan de Staatscommissie dient te worden aan
gevuld.
De Heer ten Braak acht een opleiding te Delft voor de
landmeters zeer goed mogelijk. Zijns inziens ware aan de
Technische Hoogeschool een instelling te openen, niet ongelijk
aan die, welke thans aan de ijkers gelegenheid voor hunne
studiën biedt.
De Heer van der Veur zou bij de Staatscommissie willen
voorstaan een uitvoerbaar idee, die naar hij meent ook bij de
vereeniging voorzit, en bestaande in de oprichting van een specialen
cursus, waaraan zouden zijn te verbinden een meester in de rechten,
een landbouwleeraar en verder personeel. Aan dezen cursus, die
hij bij voorkeur in den Haag zou willen gevestigd zien, wijl dit
in de onmiddellijke nabijheid van Delft ligt, konden de adspirant-
landmeters in korten tijd worden bekwaamd voor 't volgen der
lessen aan de Technische Hoogeschool, en dan in aansluiting aan
dit onderwijs verder worden opgeleid. Na dusdanige theoretische
en zooveel mogelijk practische opleiding zouden de adspiranten,
alvorens tot landmeter te worden aangesteld, nog eenigen tijd aan
een kantoor werkzaam kunnen zijn. Deze wijze van opleiding zou
hij ook noodig achten in 't belang van cordialiteit en samenwerking.
Thans toch komt het maar al te dikwijls voor, dat landmeters
venals dokters eikaars werk niet bepaald welwillend beoordeelen.
246