249 De Heer Vruggink vraagt nog, of dit zal worden meegedeeld aaan de Staatscommissie of aan het Hoofdbestuur, waarop de Voorzitter antwoordt, dat het Hoofdbestuur in deze zaak reeds voldoende door de Vereeniging is gekend, om de vrees te wettigen dat daar onze pogingen schipbreuk zullen lijden. De Heer Hoffmann zou toch veel voelen voor een mededeeling aan de Regeering, dat aan de Staatscommissie een rapport over de opleiding is aangeboden. Dit wordt alsnog goedgekeurd. Punt 1 2° wordt ingeleid door den Voorzitter met de volgende woorden Meermalen werden door het Bestuur van verschillende zijden klachten vernomen over het onvoldoende van het hulppersoneel bij het verrichten van metingen. In vele gemeenten is het moeilijk, in enkele, zooals in de groote industriestreken en in het gebied der kolenmijnen, zelfs onmogelijk, arbeiders te vinden om behulpzaam te zijn bij het verrichten van metingen. En slaagt men er in, na vele moeite, een paar menschen voor dat doel op te sporen, dan behooren die dikwijls tot het uitvaagsel der maatschappij en zijn tot geen geregelden arbeid in staat. Met behulp van zulke menschen moeten dan door den land meter nauwkeurigheidsmetingen verricht worden, die eene dege lijke verificatie moeten kunnen doorstaan en dit is toch niet mogelijk. Degelijk werk kan slechts verricht worden door degelijke ambtenaren, voorzien van deugdelijke instrumenten en geadsisteerd door geoefend personeel. Om nu te trachten aan die veelvuldige klachten te gemoet te komen, vraagt het bestuur de toestemming der Vergadering om zich per rekest tot Z. E. den ftinister te mogen wenden met verzoek, in de leemte van geoefend personeel te willen voorzien door het aanstellen van vaste arbeiders, bijv. in ieder kantoor twee, die dan tegen eene vaste toelage van bijv. ƒ25.'sjaars en voor ieder een overeentekomen daggeld, zich verbinden om steeds beschikbaar te zullen zijn wanneer de landmeter hunne hulp behoeft of verlangt. De Heer Hoffmann ondervindt het ontwikkelde bezwaar niet.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1907 | | pagina 253