2,5° Hij bedient zich van een paar deugdelijke arbeiders, die van Utrecht uit ook worden meegenomen naar alle plaatsen waar hij zijn dienst verricht. Vroeger bleek hem, dat door overleg tusschen de landmeters aan 't zelfde kantoor, reeds een bevredigende te bereiken is. Op een zijner vorige standplaatsen werd door de landmeters, in onderling overleg, aan een paar flinke man nen, een vast werkgeld van f 9.toegezegd. De landmeter die zich van de hulp dier arbeiders bediende, stortte het te betalen loon in handen van een der landmeters, die als kashouder fungeerde; het geld werd in de postspaarbank belegd en er was steeds voldoende kas voor geregelde betaling van het vastgestelde loon. Deze maatregel heeft echter 't bezwaar dat de landmeters steeds hun terreinwerk naar elkander moeten regelen, wat niet altijd mogelijk is. De Voorzitter weet uit goede bron, dat op 't meenemen van arbeiders aanmerkingen gemaakt worden, 't Is bekend, dat een aanschrijving bestaat, die dat meenemen, anders dan in geval van noodzaak, verbiedt. De Heer de Kor ver vestigt de aandacht op 't feit dat tot heden niet de minste band bestaat tusschen den Staat en die arbeiders (zoogenaamde kettingtrekkers) en dit niettegenstaande zij toch in Staatsdienst zijn. Krijgt een zoodanig werkman een ongeluk een geval dat een arbeider bij de opmetingen een been brak is hem bekend, dan trekt de Staat zich daarvan niets aan. Dit komt hem onjuist en onbillijk voor. De Heer Hoffmann plaatst naast dit gebroken been een ander. In Utrecht heeft een arbeider, wien dit ongeluk overkwam, krachtens de Ongevallenwet 70% van zijn loon als uitkeering genoten, 't Wil hem dus voorkomen, dat in het geval door den Heer de Korver bedoeld, niet voldoende is aangedrongen op toepassing der wetsbepalingen. De Heer de Korver juichf die uitkeering van harte toe, hij zou dit echter als bindenden regel noodig achten. De Heer ten Braak constateert dus, dat de toestand te Utrecht in alle opzichten gunstig afsteekt bij dien op andere kantoren. De Heer Loewer kan meedeelen dat ook hij van uit zijn standplaats (Zierikzee) reeds 26 jaar lang, de arbeiders meeneemt, voor hen kosten van verblijf, ook van nachtverblijf betaalt, die declareert en ze zonder aanmerkingen steeds heeft vergoed gekregen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1907 | | pagina 254