2Ó0
onderofficier, helper-photograaf, ingedeeld. Op 31 December iqoó bestond
nog een incompleet van 8 Europeesche en 23 inlandsche topografen van ver
schillende graden; er is echter een voldoend aantal proefgangers in opleiding.
Nadat de 8 nog overgebleven zoogenaamde kadastraal-statistieke bureaux
(namelijk 3 in Banjoemas, 4 in Ivedoe en 1 in Pekalongan) en de kada
strale opnemingssectiën te Malang (Pasoeroean) en in de onderafdeeling
Midden-Lombok waren opgeheven, kon de kadastrale dienst geacht worden
ontslagen te zijn van alle bemoeienissen met de landrente-opnemings
werkzaamheden. Inmiddels was in Mei 1906 machtiging verleend tot de
oprichting van de 2de landrente-opnemingsbrigade, waartoe op 1 Juni
d. a. v., voorloopig ten opzichte van één sectie, met hoofdkwartier te
Poerworedjo, werd overgegaan. Door deze sectie, die in hoofdzaak tot
taak zal hebben het uitvoeren van alle bijmetingen, welke na de classee-
ring van de bouwvelden door de betrokken landrente-ambtenaren noodig
zullen worden geacht, werden reeds voor 4823 perceelen, behoorende tot
314 desa's in de residentiën Kediri, Banjoemas, Kedoe en Preanger-
Regentschappen, dergelijke metingen verricht. Bij de iste landrente-
opnemingsbrigade, waarvan het hoofdkwartier op 28 October 1906 van
Magelang naar Poerwakerta (Banjoemas) verlegd werd, maakte de iste
sectie een aanvang met de eerste tienjaarlijksche herziening van de
desakaarten in de Preanger-Regentschappen, alwaar 201 472 bouws werden
opgenomen. De 2de sectie dier brigade voerde landrentemetingen uit in
de districten Tjandirata, Kaloran, Pringsoerat, Pedjagoan en Karangsanjar
(Kedoe) en Kartanegara (Banjoemas). In het geheel werden door deze
sectie 75 870 bouws in kaart gebracht.
Omtrent hetgeen in 1906 door den topographischen dienst is verricht
met betrekking tot de triangulatie en de topographische opneming van
Midden-Java en Zuid-Suma.tra, de herziening van de topographische kaart
van de residentie Preanger-Regentschappen en de topographische opneming
van Atjéh en onderhoorigheden, zij verwezen naar het „Jaarverslag van
den topographischen dienst in Nederlandsch-Indië" over dat jaar.
Op uit. December 1906 waren bij de opleidingsbrigade, ter beproeving
en opleiding ingedeeld 7 officieren en 9 Europeesche militairen beneden
dien rang, terwijl in den loop van dat jaar 4 uit Nederland teruggekeerde
officieren van de Hoogere Krijgsschool gedurende zes maanden in het
terreinopnemen geoefend werden.
De inlandsche topografen, die op 1 Januari 1906 boven de formatie
van de opleidingsbrigade werden gevoerd, hebben gediend om het per
soneel der opnemingsbrigades volgens de nieuwe formatie op sterkte te
brengen. Door de landrente-opnemingsbrigades werd in de opleiding en
aanvulling van het eigen inlandsch personeel voorzien. Van de 6 inland
sche topografen der 3de klasse (verkenners) waren op het einde van 1906