Ongevallenverzekering voor de kettingtrekkers. Velen met mij zullen ongetwijfeld met ingenomenheid kennis genomen hebben van punt i 2 der agenda voor de laatstgehouden Algemeene Vergadering. Ik bedoel de bespreking van het onderwerp: «het aanstellen van vaste arbeiders voor den gewonen velddienst.» Een woord van hulde komt m.i. toe aan het Bestuur voor het ter sprake brengen van dit onderwerp. Oogenschijnlijk gaat het hier om eene zaak van weinig beteekenis in vergelijking met de vele zeer gewichtige vraagstukken, waar mede onze Vereeniging zich gewoonlijk bezighoudt. Waar er echter in den laatsten tijd stemmen zijn opgegaan om met den herbouw van het kadastrale gebouw niet te beginnen «daar, waar straks de dakspinten zullen welven», daar biedt zich hier eene schoone gelegenheid om aan het «metselen der fundamenten» volle aandacht te wijden. Zonder goede, geroutineerde kettingtrekkers geene betrouwbare metingen. Dit is eene grondwaarheid, die door niemand in twijfel getrokken zal worden. Vol vertrouwen zien wij dan ook de resultaten tegemoet van de door het Bestuur aan te wenden pogingen tot oplossing van het kettingtrekkers-vraagstuk! Bij hetzelfde punt der agenda werd door mij gewezen op de wenschelijkheid van eene ongevallenverzekering voor onze arbeiders. In de eerste plaats zou eene zoodanige verzekering zeer wenschelijk zijn voor de betrokken personen zelf, en in de tweede plaats rust m.i. na het totstandkomen der Ongevallenwet op het Rijk de moreele plicht om allereerst te zorgen, dat arbeiders, die toch feitelijk in 's Rijks dienst zijn, tegen de geldelijke gevolgen van een ongeval verzekerd zijn. Bedrieg ik mij niet, dan was het algemeen gevoelen der vergade ring, dat eene ongevallenverzekering voor de kettingtrekkers wel zeer wenschelijk zoude zijn, maar tevens, dat die zaak van zelf in orde zou komen wanneer men de «vaste aanstelling» zou hebben verkregen. Dit nu is eene onjuiste opvatting. De ongevallenverzekering heeft met eene al of niet vaste aan stelling niets uit te staan. Al naar de omstandigheden het zullen willen, zal dan ook de toekomst kunnen brengen: a, vastaangestelde en verzekerde arbeiders of b. vastaangestelde, niet verzekerde arbeiders of c. niet-vastaangestelde, wel verzekerde arbeiders. 274

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1907 | | pagina 280