277
vraag, waar het op aankomt, is dan ook deze: Is het landmeters-
bedrijf een verzekeringsplichtig bedryf?
Om het antwoord op deze vraag te vinden, slaan we op artikel
io van de Ongevallenwet, waarin de verzekeringsplichtige be
drijven worden opgesomd. We zijn daarbij weinig hoopvol gestemd,
want we weten dat tot op dit oogenblik ons bedrijf niet als
verzekeringsplichtig is beschouwd. We kunnen vooruit verwachten,
dat het «landmetersbedrijf» niet als zoodanig op de lijst der
verzekeringsplichtige bedrijven zal voorkomen. Maar we willen
onderzoeken, of er misschien niet een bedrijf of een groep van
bedrijven genoemd wordt, waaronder het landmetersbedrijf met
wat goeden wil te betrekken zou zijn.
Art. 10 nu vermeldt sub 150 «de bedrijven van ballastonder-
nemers en van laden, lossen, stapelen, wegen, meten, vervoeren
of wegbergen van goederen
Het begrip «goederen» wordt voor zoover mij bekend is niet
in een later artikel van de wet of in een aanvullend Besluit
gelimiteerd. Zelfs als zou dus uit de Kamerdebatten blijken dat
men hier hoofdzakelijk aan roerende goederen heeft gedacht, dan
nog zou de letter der wet het meten van onroerende goederen
niet uitsluiten.
Meer bedenkelijk in dit opzicht is het Kon. Besluit van 25 Juni
1901 S 188. In dit Besluit wordt vastgesteld, welke afzonderlijke
bedrijven behooren tot eenige in art. 10 der Wet genoemde
groepen van bedrijven. We lezen daar:
Tot de bedrijven van ballastondernemers en van laden, lossen,
stapelen, wegen, meten, vervoeren of wegbergen van goederen
(behooren)
1. het bedrijf van ballastondernemers,
2. de brievenposterij,
3. het cargadoorsbedrijf,
4. het scheepsbevrachtersbedrijf,
5. het bedrijf van expeditieondernemers (waaronder behooren
enz.),
6. het factoorsbedrijf (in granen, hout, kolen, enz.),
7. het bedrijf van goederenopslaan (waaronder behooren
enz.),
8. het houtvlottersbedrijf,
9. het kolen- of turfdragersbedrijf,