a», 5;=1__-+ 38 ven, dan zal de hoek tot in iooooste deelen van seconden moeten berekend worden, omdat eerst het tienduizendste deel van een seconde ruim 30 meter) een lengte oplevert kleiner dan een centimeter. Van de aldus tot hoekmaat herleide driehoekszijden kan men de logarithmen der sinussen en tangenten bepalen door gebruik te maken van de bijzonder voor kleine hoeken bestemde tafeltjes, die in de logarithmentafels voorkomen. Ook op andere wijzen kan de berekening van een bolvormigen driehoek worden verricht. Legendre heeft daartoe den weg gewezen. Vermindert men elk der hoeken van een bolvormigen driehoek met een derde van het spherisch exces, dan verhouden zich bij hooge benadering de zijden van den vlakken driehoek als de lengten der bogen van den bolvormigen driehoek. Delambre verbindt de hoekpunten op den bol door koorden, reduceert de hoeken en zijden van den bolvormigen driehoek tot die van den koordendriehoek en past op dezen laatsten de for mules der vlakke driehoeksmeting toe, waarna de koorden weer tot bogen worden herleid., Nog een andere methode is die der aditamenten (kleine toe voegingen), welke in tafels kunnen verzameld worden en voor de meeste gevallen de berekening zeer kunnen bespoedigen. Over deze methode volgen hier eenige mededeelingen en toepassingen met eene ontwikkeling van nieuwe formules voor alle gevallen, die zich bij driehoeken kunnen voordoen, welke in verhouding tot den bol zeer klein zijn. Het is bekend, dat de goniometrische functiën kunnen berekend worden met behulp van oneindig voortloopende reeksen. Vooral voor kleine hoeken convergeeren deze zoo sterk, dat men met enkele termen kan volstaan om de waarde met de gewenschte nauwkeurigheid te bepalen. Zijn de lengte van een boog a en de straal van den cirkel R beide in lengtemaat uitgedrukt, dan heeft men aa a3 a5 a j a'2 s a4 U) SlnR—R trR3 I2oR5~■•."=br(i5-6 R2 120 R4 i a a a3 2 a5 a a2 2 a4 (2) tang 3+....»rp I R2+ R4 a a2 a4

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1907 | | pagina 38