Over den invloed der ontginning vqn steenkolen-
beddingen op de uitkomsten van landmeetkundige
werkzaamheden.
In jaargang 1903 van het Zeitschrift für Vermessungswesen
komt een drietal artikelen voor, die ongetwijfeld de belangstelling
onzer lezers verdienen.
Het eerste, van Prof. Dr. Schumacher, is getiteld: «Lage
und Feststellung der Eigentumsgrenzen bei seitlicher Verschiebung
der Grenzzeichen infolge van Bodensenkungen, unter besonderer
Berücksichtigung der durch den Bergwerksbetrieb veranlassten
Bodensenkungen; het tweede, van de hand van Kataster-
landmesser Rothkegel, voert tot opschrift: «Ueber Verschie-
bungen von trigonometrischen und pol}rgonometrischen Punkten
im Ruhrkohlengebiet»; en het derde: «Seitliche Verschiebungen
infolge von Bergbau im Stadtgebiet Essenwerd door Stadt-
geometer Köndgen in aansluiting aan het artikel van Prof. Dr.
Schumacher geschreven.
Het volgende overzicht dezer literatuur moge hier plaats vinden.
De bodem waarop wij verkeeren is voor ons menschen het
symbool van het onwrikbare, een geschenk der aarde, waarop wij
ons onder alle omstandigheden veilig voelen.
Op deze algemeen gangbare opvatting grondvest zich ook het
recht.
De rechtsorde knoopt rechten en plichten vast aan het grond
bezit, wanneer zij deze onaantastbaar wil maken.
En toch! Deze zekerheidsstelling is niet absoluut.
Immers, onze aarde, als hemellichaam een levend organisme
in het oneindige heelal, is niet in rust, doch voortdurend onder
hevig aan veranderingen.
Hare woeste jeugd kwam zij te boven, zoozeer zelfs, dat ver
moedelijk de mogelijkheid is buiten gesloten van een terugkeer
der geweldige gebeurtenissen, die plaats grepen in de onrustige
tijden hare wording.
De overmoedige levensuitingen van weleer hebben ten deele
plaats gemaakt voor wijzigingen in haar binnenste, zoo langzaam
en onmerkbaar ontstaande, dat enkel een langdurige en nauwgezette
50