53 Dit is het geval in streken waar mijnbouw wordt uitgeoefend. Door het instorten van ontgonnen beddingen kunnen de bovenste aardlagen inzakken. Dat zulks dikwijls voorkomt bewijzen de beschadigingen toe gebracht aan gebouwen in een mijndistrict gelegen, de storingen in den waterafvoer, het dras worden van landerijen, en boven alles, de talrijke processen tusschen de eigenaren van beschadigde gronden en opstallen en de mijnbezitters. In Mei 1894 kwam in het Pruisische Huis van Afgevaardigden een ontwerp van wet in beraadslagin g, dat een kanaalverbinding van Herne naar Ruhr or t beoogde. Tegen dit plan gingen stemmen op, naar aanleiding van onder het tracé gedreven mijnbouw. Om volledig omtrent de bestaande verhoudingen te worden ingelicht, ging het Oberbergamt in Dortmund er toe over, alle binnen zijn ressort opgedane ervaringen betreffende verzakkingen van den bodem voortspruitende uit mijnontginning te verzamelen, ter verwerking tot een rapport. De conclusie luidde: Het mergeldek, dat over het steenkolengebergte van Westfalen ligt uitgespreid, is niet bestand tegen de gevolgen van het mijn bedrijf. Op sommige plaatsen, waar de dikte niet meer dan 50 M. bedraagt, ontstaan, als gevolg van ondergrondsche instortingen, zichtbare kloven. Bij een dikte der mergel van 120 M. zijn nog scheuren waar genomen. Hier boven komen verzakkingen, waaronder zeer belang rijke voor; een van een rijten van de bovenkorst, wanneer de gangen 200 M. diep liggen is niet opgemerkt. Hoe dikker de mergellaag is, des te vlakker vertoonen zich aan het aardoppervlak golvende verzakkingen, van groote horizon tale uitgestrektheid. In loodrechten zin neemt de invloed van den mijnbouw af, bij toenemende dikte der mergellaag. Tot nu toe heeft bij een dikte van 250 M. de schade zich uit sluitend bepaald tot storingen in den waterafvoer en het moerassig worden van landerijen. Deze inwerking van den mijnbouw op den bovengrond is ver klaarbaar, wanneer men bedenkt, welke holten zij in de aarde het aanzijn schenkt. Alleen in het Westfaalsche steenkolenbekken

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1907 | | pagina 53