5 over 1898 f770.000) waaruit alléén reeds een kapitaalswaarde van ongeveer 15 millioen kan worden afgeleid. Wat mag de reden zijn, dat van de wet van 1872 zoo betrekkelijk weinig gebruik is gemaakt Onder meer dit, dat de bloktienden slechts in hun geheel afkoopbaar zijn. Het verslag is verder zeer belangrijk voor de ontwikkeling der middelen tot verbetering. Aan de bepalingen van het wetsontwerp zooals dit thans, bij de Memorie van Antwoord eenigszins gewijzigd, luidt, ontleenen wij het volgende. Artikel één bepaalt, dat alle tiendplichtigheid is vervallen, en niet meer kan worden gevestigd. Hét tweede hoofdstuk handelt over de «Schadeloosstelling». Onmiddellijk bij het inwerkingtreden der wet bestaat er tusschen tiendheffer en tiendplichtige geen betrekking meer, de eerste heeft recht op schadeloosstelling, te vorderen van den Staat, de tweede is aan den Staat eene tiendrente schuldig. Het bedrag der schadeloosstelling wordt bij art. 3 bepaald voor elk kadastraal perceel, op het twintigvoud van de jaarlijksche zuivere tiendopbrengst in geld, verhoogd met een intrest berekend tegen 3,5 ten honderd 'sjaars over den tijd, die verloopt tusschen het inwerkingtreden der wet en den dag waarop de schadeloos stelling öpeischbaar wordt. De genoemde opbrengst wordt naar art. 4 verkregen, met inacht neming van nadere bepalingen, door schatting der onzuivere tiendopbrengst, welke van het perceel bij het niet vervallen der tiendplichtigheid gemiddeld jaarlijks ware te verwachten en ver mindering van dit bedrag met het deel er van, dat de heffer onder normale omstandigheden voor tiendinzameling, geacht kan worden te moeten derven. (Voor deze vermindering was in het ontwerp in zijn oorspronkelijken vorm een vast bedrag van 15 ten honderd vastgesteld). Bij de schatting biijven buiten aanmerking (art. 5). a. huisplaatsen met bijbehoorende erven, alsmede wegen, slooten en ander zoogenaamd onland of wanveld. b. woeste gronden, daaronder begrepen niet in cultuur gebrachte buiten-, moeras- en broekgronden. c. gronden niet behoorende tot de sub a en b bedoelde, waar-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1907 | | pagina 5