7° der onderteekenaars der memorie de verdachtmakingen verdiende die in het stuk zoo overvloedig voorkomen. Het trof mij dan ook te dieper omdat ik meende de meeste der onderteekenaren goed te kennen en hen dan ook veel achting toedraag. Hoewel de Asser Collega's zich met de hoofdstrekking der Memorie wel kunnen vereenigenis hun felle aanval in hoofdzaak gericht op de zoo zelfzuchtige bedoeling met het scheppen van een nieuwe positie in den chef van dienst. Het zij mij daarom vergund onder meer, in hoofdzaak daar omtrent een woord in 't midden te brengen; de behandeling der memorie in zijn geheel, is toch de zaak van onzen Voorzitter. In het Manifest leest men: «Rekent men, als in de memorie, «aan elk der 34 bewaringen op één chef van dienst, aan groote «kantoren op tweezoo heeft men ongeveer 50 chefs. Waar toch staat dat in de memorie? Nergens mijnheer. De Memorie zegt op bladzijde 20: Geleidelijk worden aan elke be- «waring een of meer bureaux voor de bijhouding van het kadaster «{meting en schattingj gevestigd». Aan een bewaring als b.v. den Briel, waar thans éen landmeter het werk v/d gewonen velddienst afdoet, wil men toch in't vervolg geen twee landmeters (ieder met een teekenaar) werkzaam stellen? Hoe groot de kring van gemeenten van eiken landmeter zal zijn, is geen punt van bespreking geweest tusschen de ondertee kenaars der memorie. Het logisch gevolg van de strekking der memorie blijkt vooral uit deze zzVzsnede (zie bladzijde 15): «De nieuwe regeling zal alzoo moeten voldoen aan deze hoofd voorwaarde, dat de landmeter in de toekomst, overeenkomstig «zijne algemeene ontwikkeling en zijne vakkennis, alsmede overeen- «komstig den aard van het werk, worde de verantwoordelijke leideren kan dan ook geen andere zijn dan deze: een kring zoo groot, dat als regel één landmeter met teekenaars en klerken het werk af kan. «Jongere landmeters kunnen (niet moeten) hem worden toe gevoegd-(niet onder zijne leiding gesteld) zegt bladzijde 20. Een en ander is vrij natuurlijk en wel om de volgende redenen: ie. Is een bewaring wat groot voor één landmeter chef van dienst en te klein voor twee, dan zal het belang van den Staat meebrengen er slechts één chef te plaatsen, en hem tijdelijk te

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1907 | | pagina 72