7
Naar een rentevoet van 3V2 percent is voor de delging van
een schuld in 30 jaren eene annuïteit noodig van 5,437 133 per 100.
Door eene jaarlijksche bijdrage van f 5.55 kan in dien tijd
echter eene schuld van f 102,07 worden afgedaan en de Staat
zou alzoo 2,07% van het bedrag beschikbaar krijgen, bedragende
dit over 20 millioen f 414,000. Hiermee zouden de kosten van
uitvoering grootendeels zoo niet geheel kunnen bestreden worden.
Ter regeling van de bijhouding bij vernommering van kadastrale
perceelen bepaalt artikel 13:
1. Bij splitsing van het perceel wordt de tiendrente voor de
nog niet ingetreden jaren verdeeld naar verhouding van de
kadastrale grootte.
2. Wordt het perceel, of, ingeval van splitsing, een gedeelte
van het perceel met anderen grond vereenigd, dan gaat de
tiendrente, of het betrekkelijke gedeelte der tiendrente voor
de nog niet ingetreden jaren op het door die vereeniging
gevormde perceel over.
De vraag zou kunnen worden gesteld of bij het te niet gaan
van een perceel, b.v. door afslag, de tiendrente geheel moet
vervallen; een andere oplossing is moeilijk denkbaar.
De tiendrente is naar art. 14 verschuldigd door hem, die het
genot heeft van het perceel krachtens recht van bezit of eenig
ander zakelijk recht, en valt onder de lasten, bedoeld in art. 843 B. W.
Het bedrag der tiendrente wordt naar art. 15 door de zorg van den
Minister van Financiën, bij ieder daaraan onderworpen perceel in den
kadastralen legger aangeteekendhet wordt voor elk jaar, waarover
het verschuldigd is, op het kohier der grondbelasting uitgetrokken.
Artikel 16.
Bezwaren tegen de invordering van tiendrente kunnen
schriftelijk bij Gedeputeerde Staten worden ingebracht binnen
drie maanden na de afkondiging van het kohier.
2. Gedeputeerde Staten doen uitspraak met inachtneming der
regelen bedoeld in art. 55, 2e lid der wet van 26 Mei 1870
(Staatsblad n°. 82).
Artikel 17 bepaalt, dat de tiendrente wordt ingevorderd naar
dezelfde wettelijke bepalingen als gelden voor de invordering van
de grondbelasting.
De boekhouding op de plichtigheid en de invordering der tiend-
Bij een rentevoet van 4 °/0 wordt deze annuïteit 5.783.
Red. de Y.