8o
Wordt instelling wenschelijk geacht van een afdceling voor
reproductie van kaarten?
De Heer Hoffmann verwacht, dat het practisch effect van
dergelijk bureau niet groot zal zijn.
De diensten, die het publiek van 't kadaster vraagt eischen
zelden, een groot aantal kopieën te maken van een geheele
kaart; voor den eigen kadastralen dienst is 't getal benoodigde
kopieën van eenzelfde kaart te gering om veel heil te verwachten
van mechanische reproductie en daarenboven zal de particuliere
industrie worden gedrukt door een staatsinstelling, die uitteraard
veel te duur zal werken.
De Heer Gombault ziet niet in, waarom niet evenals thans
reeds plaats heeft, deze instelling tot reproductie van kaarten zou
blijven opgedragen aan de een of andere particuliere onder
neming; eigen beheer van Staatswege, acht hij niet wenschelijk;
de vergadering heeft zich, naar hij meent, hierover niet uit te spreken.
De Heer Bin gen gelooft dat het allereerst noodig zal zijn,
een nauwkeurig onderzoek in te stellen omtrent de verschillende
in zwang zijnde methoden voor mechanische reproductie van
kaarten.
De vraag in stemming gebracht wordt met algemeene stemmen
aangenomen.
Komt in behandeling vraag B i c, of aan het centraalbureait
zal zijn gevestigd een afdeeling voor vernieuwing van bijbladen.
De Heer Hoffmann schenkt er beslist de voorkeur aan, de
vernieuwing der bijbladen te doen plaats hebben aan de bewaringen;
de met het werk belaste ambtenaar moet zelf kunnen onderzoeken.
Bij uitvoering dier werkzaamheden aan een of meer centrale
bureaux, is het noodig kostbare kaarten herhaaldelijk te verzenden,
waaruit voortvloeit het gevaar dat zij beschadigd worden of
verloren raken.
De Heer Hondius kan het bezwaar van den Heer Hoffmann
niet deelen, vindt het althans niet overwegend. Zoek raken van
plans kwam ondanks de veelvuldige heen en weer zending nog
niet voor. Voor één centraalbureau zullen de werkzaamheden
echter te omvangrijk worden, waarom hij er de voorkeur aan zou
schenken, meerdere bijbladen-bureaux in te stellen.
De Heer W. Holthuizen deelt het gevoelen van den Heer
Hoffmann. Hem komt een centraalbureau voor bijbladen na-