95 niet-bereiking van het doel, in sommige gevallen, moet dienst doen als reden om het nut van het geheele werk in twijfel te trekken. De door de heeren Hoffmann en de Vos bedoelde gevallen geven toch inderdaad geen nieuw gezichtspunt op de zaak, en de door hen genoemde bezwaren zijn dan ook reeds voor lang gevoeld; maar óók zijn daarvoor reeds ontwerp-maatregelen voor gesteld om in die gevallen van provisioneele kadastreering de mate van bewijskracht te regelen. De vraag is wèl gewettigd welk onderwerp van Staatszorg recht van bestaan zou hebben, indien dat recht verbeurd ware, zoodra de beoogde uitwerking dier zorg in bepaalde gevallen niet wordt bereikt. Moet b.v. het politietoezicht worden afgeschaft op grond dat het preventief niet altijd voldoende werkt? Toch zeker niet! In het aanvoeren van de uitzonderingsgevallen als een bezwaar tegen de waarde van de gewenschte bewijskracht in het algemeen, ligt een schromelijke overdrijving. Dit is echter niet alles, zoo gaan de heeren verder; als uw kadaster met bewijskracht eenmaal voltooid is, dan zal het kadastrale bewijsmateriaal door verloop van tijd, ten gevolge der verjaring, toch weer in waarde verminderen. Hier moet dus de verjaring, meer speciaal de grensverjaring, dienst doen om de onmogelijkheid te bewijzen van behoorlijke instandhouding der eenmaal vastgestelde grenzen. Indien de schrijvers niet de heeren Hoffmann en de Vos waren, zou ik mogen veronderstellen dat zij wellicht onkundig waren van het vele dat reeds in ons tijdschrift over dit onderwerp is gezegd. Reeds 20 jaar geleden bij gelegenheid der hoogst interessante gedachtenwisseling tusschen den toenmaligen redacteur den heer Boer en den voor korten tijd overleden heer Mr. Achterberg, stelde eerstgenoemde een maatregel voor om dit bezwaar te ondervangen, zonder het verjaringsrecht aan te tasten, maar op zóódanige wijze, dat practisch het gevaar van grens- verschuiving vrijwel tot niets wordt teruggebracht, en wel door den bewijslast niet te leggen op den door het kadaster aange wezen eigenaar, maar op hem wiens bezit zich stelt tegenover de gegevens van de kadastrale kaart.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1907 | | pagina 97