9 invulling van een vragenformulier voor ieder tienddistrict afzonder lijk, omtrent de vervallen tiendrechten. Bescheiden en tiendkaarten worden daarbij zooveel mogelijk overgelegd (art. 27). Blijkens de toelichting zal dit vragenformulier zoo moeten worden ingericht dat het volledige gegevens omtrent elk tiendrecht kan opleveren. Het zal moeten bevatten de namen der tiendheffers en van de personen die op het tiendrecht hebben beslag gelegd of die daarop een recht van hypotheek, vruchtgebruik of fidei-commissaire ver wachting hadden. Verder zal er uit moeten blijken van welken aard het tiendrecht was en op welke kadastrale perceelen of perceels gedeelten het was gevestigd. De toelichting neemt aan, dat ieder tiendheffer zonder belang rijke moeite in staat zal zijn deze kadastrale opgave te verstrekken. In het voorloopig verslag wordt hieromtrent het volgende opgemerkt. „Verlenging van den termijn wordt meer in het bijzonder noodzakelijk geacht met het oog op de aan den tiendheffer opgelegde verplichting, de kadastrale perceelen en perceelsgedeelten aan te wijzen, waarop zijn recht was gevestigd. De in de Memorie van Toelichting uitgesproken meening, dat mag worden aangenomen dat iedere tiendheffer zonder belangrijke moeite in staat zal zijn, deze kadastrale opgave te verschaffen, werd door vele leden allerminst gedeeld. „Zij verwachten integendeel, dat die opgaven vooral die betreffende particuliere tienden niet dan met veel moeite en groote onkosten zullen kunnen worden verkregen. De aanduiding der grenzen van het tiendrecht is, voor zoover zij in geschrift is gesteld, in den regel zeer ruim en houdt in elk geval geenerlei verband met de kadastrale indeeling, welke tot dusver voor het tiendrecht van niet het minste belang was. Het gevolg zal zijn, dat de tiendheffer kadastrale kaarten zal moeten laten maken van alle gronden, waarover zijn tiendrecht loopt en dan met behulp van den tiend- plichtige en een vroegeren tiendpachter nauwkeurig op het terrein zal moeten nagaan, welke kadastrale perceelen of perceelsgedeelten vallen binnen de grenzen van de tiendplichtigheid. Niet onwaarschijnlijk zullen verscheidene heffers, om het zich minder moeilijk te maken, eenvoudig alle kadastrale perceelen, welker ligging ongeveer samenvalt met die waarop het tiendrecht rust, als tiendplichtig aangeven, hetgeen weder eene bron zal worden van betwistingen en processen. Nu is het waar, dat deze verplichting voor de aangevers alleen in de Memorie van Toelichting voorkomt en niet in het wetsontwerp zelf is geschreven. Maar uit de Memorie van Toelichting blijkt duidelijk, dat de

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1907 | | pagina 9