mij is beproefd in de Notariëele Vereeniging (Handelingen der
vergadering van 29 September 1900, bl. 28) kan zijne goedkeuring
niet wegdragen. In 1907 scheen één factor van vergelijking hem
nog voldoende, in 1908 acht hij een combinatie van drie factoren
door mij in 1900 gebruikt, onvoldoende.
Ge verwacht nu dat naast de 3 genoemde factoren nog andere
onder cijfers en «met verstand en overleg ook in verband tot
«elkander» in rekening zullen gebracht worden? Maar dit zou
slechts ordinaire logica zijn-.
De bevolkingsdichtheid komt weer ten tooneele. Werp haar
niet tegen dat haar invloed reeds tot uitdrukking komt in het
perceelental, en'zelfs veel juister ook in verband met huurkazernes
ginds, éénfamiliewoningen hier. Het baat u niets. Zij treedt op
den voorgrond, verduistert de andere factoren, die ten slotte
geheel verdwijnen.
Frankrijk heeft ruim 7-maal zooveel inwoners als Nederland,
ergo: de vernieuwing van ons kadaster kost bijna 1h van die in
Frankrijk (bi. 12).
«Men zal deze berekening, omdat er geen hectaren en perceelen
«in voorkomen, dwaas noemen, toch heeft men daartoe geen reden,
«zij is heusch niet als scherts bedoeld» (bl. 12).
Wie door die verzekering niet voldaan is heeft blijkbaar geen
oog voor hoogere komiekigheid
I. Boer FIz.
NASCHRIFT.
Bij een bezoek aan het kantoor voor «Kataster und Vermessungs-
wesen» te Straatsburg heb ik o.a. geinformeerd of ook de kosten
der hermeting van steden begrepen zijn in de opgegeven gemiddelde
kosten per hectare in Elzas-Lotharingen. Bij het bevestigend
antwoord werden mij vertoond de kadastrale kaarten op schaal
1 a 250 en de veldwerken van Straatsburg, waaruit bleek dat
geen moeite en kosten gespaard waren om een nauwkeurig
resultaat te verkrijgen. De muren tusschen de huizen in de
binnenstad, die eene dikte hebben varieerende tusschen 20 en
100 centimeters, zijn opgemeten in 3 lijnen: de buitenkanten en
de eigendomsgrens, die geenszins altijd in het midden ligt. Op
98