io7 voorkomt. Noemt men dan Wa de waarsch., dat X zich bij s proeven x maal zal vertoonen, dan is: Wa crpo. qP (j-«'+'l)fa qP - 1 2 3 4J pa (,fj tlpa qp -1.2...XX I .2/3 q oc! 13/F H Wil men nog eene andere notatie gebruiken, dan kan men schrijven Waq?- Men kan het vraagstuk ook tot drie en meer verschijnselen uitbreiden. Zijn daartoe p, q en r de waarschijnlijkheden respec tievelijk van de drie verschijnselen A, B en C, dan isp q r 1. Verder vraagt men de waarsch. dat A zich a maal, B zich (3 maal en C zich y maal bij s proeven zal vertoonen. Beschouwt men nu ééne der verschillende volgorden, waarin de 3 verschijnselen kunnen voorkomen, bijv. AA C B B A A C, dan is voor die bepaalde volgorde de waarsch. p.p. r. q. q.,p.p. r, of in het algemeen p»- qP r'f Om de totale waarsch. te verkrijgen, moet men de 3 verschijn selen in al hunne volgorden nemen, en daarvoor zal men aan pa qp r'f dien coëfficiënt uit de ontwikkeling van (p q rp als factor moeten toevoegen, die behoort bij den term po- qP f! Men vindt W Pa Beschouwt men de getallenwaarden van bldz. 106 dan zien wij, dat die waarschijnlijkheden tot een maximum (0,34560) naderen en daarna afnemen. Dit nu is altijd het geval, hetgeen men kan aantoonen door de verhouding te nemen van twee opvolgende waarschijnlijkheden. Noemt men weder Wa de waarsch. dat het verschijnsel A zich maal en Wa 1, die, dat het zich <x -f 1 maal zal vertoonen, dan is S 1 -2-3-poqp Wa I p" qP w 7 7 W 1 1.2.3cc X 1 2 0P S 1 1 1.2.3oc

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1908 | | pagina 109