T—irhk
125
Worden van de integraal in den noemer de grenzen grooter
en grooter genomen, dan nadert ze tot hare grenswaarde V tt,
zoodat
e y
e t"' dt
C V
Daar dit eene evenmachtsfunctie is, kan men nog schrijven
\l S*
V
2 C
p=,*\ e f'dt
waardoor men P uitgedrukt heeft in den vorm der functie
&=~[T e-*2 dt
V *J O
s3
Men heeft slechts voor T de grens e Vv in de plaats te
2 x (3
stellen. Zooals men ziet is P weder eene functie van
P=e(el/_LL)
Wordt j hierin grooter en grooter, dan zal P meer en meer
tot de eenheid naderen, en hierdoor is dus langs een anderen
weg, waarbij aanvankelijk de waarschijnlijkheid van 't verschijnsel
onbekend was, het theorema van Bernouilli bevestigd.
Neemt men in P 0 (s^——bizondere waarden voor s,
v 2 X (3
x en e, dan kan men door middel van de meergenoemde thêta-
tafels voor P de overeenkomstige waarden vinden.
Men kan bijv. nemen j 120000, 72000 en t-=o,oi. De
meest waarschijnlijke waarde voor p is dat is dus hier 0,6.
Substitueert men deze waarden in 0 e Vw ^an 's
V 2 x p J
0 f°'01 v FX 7^000 X 48553-' - 0 (5)
Zoekt men in de tafel bij de waarde 5 de overeenkomstige
waarde voor P. dan zal men vinden
„3
2 a jj
2 a p
71
J O
v 2 X (3
S3 r 1200003 r\t.\