129 Spr. geeft nu een schema van hetgeen hij met de oprichting van een ondersteuningsfonds bedoelt, daarbij de noodzakelijkheid, bepleitende, aan de hand van onze artikelen over dit onderwerp in de nummers van October 1907, waarbij spr. eenige frappante voorbeelden mededeelt van onjuiste en onregelmatige ondersteuning als gevolg van het particulier initiatief. Het fonds zou alleen moeten ondersteunen bij buitengewone gevallen, b.v. bij operatie, bij langdurige ziekte, bij noodzakelijkheid tot opneming in een ziekenhuis of sanatorium en het zou moeten omvatten zooveel mogelijk alle rijksambtenaren. Spr. stelt zich de werking van het fonds aldus voor: Op tal van plaatsen zullen correspondenten worden aangesteld, die op de verzoeken om steun hebben te rapporteeren, aan dc hand van vragen lijsten. Daarbij moet geheimhouding worden betracht. Wat de geldmiddelen betreft meent spr. dat ruim 26000 rijksambtenaren hierin wel zullen kunnen voorzien, terwijl bovendien van outsiders zeker ook wel steun te wachten is. Van de jaarlijksche contributie zou een zeker deel worden afgezonderd en gevoegd bij een entreegeld, dienen als „reserve', als eerste steen voor een eigen „Herstellingsoord" Een schaal van contributie werd aangegeven, b.v. ƒ0.50 bij een inkomen van ƒ500.1.bij een inkomen van ƒ500—1000.ƒ1.50 bij een inkomen van ƒ1500—ƒ2000.enz. Wanneer hierbij kan gevoegd worden steun van staatswege, zou men al een heel eind op den goeden weg zijn. Spr. eindigt zijn zeer toegejuichte toespraak als volgt: Ik hoop dat de oprichting van een fonds als door mij bedoeld, niet verre meer zij en dat de tijd te overzien zal zijn dat de eerste steen kan worden gelegd voor het herstellingsoord en dat de ambtenaren dan met trots zullen kunnen gewagen van ons fonds, van ons sanatorium, door onze bijdragen gebouwd en onderhouden. Na een kleine pauze werd gelegenheid gegeven over het plan van gedachten te wisselen, waarvoor zich tal van sprekers aanmeldden. Het bleek echter al spoedig, dat niet door allen begrepen was wat de Heer van Eerde met deze bijeenkomst bedoeld heeft. Dat was immers niet anders dan in algemeenen zin over het plan van gedachten te wisselen en zoo het bijval vond in beginsel tot oprichting te besluiten, waarna dan aan een commissie van voorbereiding de nadere uitwerking kon worden opgedragen. In plaats daarvan begonnen eenige sprekers met de onderdeelen onder het mes te nemen. Wij hoorden b.v. een spreker 't was de afgevaar digde van den Bond de Post de wenschelijkheid bepleiten, om aan

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1908 | | pagina 131