i3i Niet minder gewichtig was de breedvoerig besproken vraag, welk karakter het fonds zal hebben: liefdadigheid of onderlinge verzekering. Van verschillende zijden werd de billijkheid bepleit van Rijkssubsidies aan het fonds, men meende dat het Staatsbelang was, om een ambtenaar de verloren arbeidskracht te hergeven. Het denkbeeld om de opbrengst van de aan de ambtenaren opgelegde boeten aan het fonds af te staan, was door het Hoofdbestuur der Poste rijen verworpen, omdat dit alleen ware toe te passen als alle ambtenaren lid zijn, wat niet te verwachten is. Wil men echter Staats-subsidie, dan zullen de gevallen waarin een zeker recht op steun zal bestaan, wel behoorlijk omschreven moeten worden en gaat men dus den weg der verzekering op. Of het echter uitvoerbaar zou zijn, dat zooals een spreker wilde het fonds eenvoudig alle dokters- en apothekersrekeningen voor zijn rekening nemen zal, is aan gegronden twijfel onderhevig, maar heeft ook nimmer in de bedoeling van den Heer van Eerde gelegen. Dat elke ziekte, de huishoudrekening in de war zou sturen, kan toch niet worden aangenomen; dan zou de begrooting niet deugen en al wordt niet ontkend, dat nog vele salarissen te gering zijn, zoo erg is het met onze traktementen toch niet gesteld. Met kleine ongesteldheden rekent toch elke verstandige huismoederalleen zware ongesteldheid met haar nasleep, schept een abnormalen toestand en eerst dan mag de taak van het fonds aanvangen. Het bestuur van het ondersteuningsfonds bij de Posterijen en Telegrafie, was in pleno tegenwoordig en waarschuwde tegen optimismede bestuurders hadden door hun ervaring daar alle reden toe. Zij meenden dat men in alle geval een bepaling niet zou mogen missen, als is neergelegd in art. 4 van hun reglement, dat een geneeskundige verklaring voorschrijft bij toetreding. Zij hebben misschien voorbijgezien, dat juist de gestrenge bepalingen bij hun fonds, van algemeene deelneming hebben teruggehouden. Nadat ten slotte door de vergadering met algemeene stemmen in beginsel tot de oprichting van een fonds was besloten, werd de volgende motie, voorgesteld door den Heer Huijkman, mede met algemeene stemmen aangenomen „De vergadering van Rijksambtenarenden 2ien Juni te Utrecht bijeen, Gehoord de verschillende besprekingen naar aanleiding der inleiding van den Heer van Eerde; Besluit een commissie te benoemen om een ontwerp tot oprichting van een ondersteuningsfonds samen te stellen en zoo spoedig mogelijk op een nader te bepalen datum ter behandeling voor te dragen. Tot leden dier commissie werden benoemd: de H.H. U. van Eerde

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1908 | | pagina 133