142
7 en 8 geeft bij het onderzoek naar de gunstigste ligging den
doorslag.
In het algemeen begint men de richting der hoofdparalellen
te kiezen, daarna door verschuiving van de harp in de richting
der dwarsmiddellijn de plaats dier paralellen, om indien de dwars-
verdeeling noodig is, de harp eindelijk volgens de hoofdparalellen
te verschuiven tot de dwarsverdeeling ook den gunstigen stand
heeft verkregen.
Bij eenige geoefendheid in het plaatsen van de planimeterharp
waardeert men deze methode meer en meer; waarschijnlijk is het
toe te schrijven aan het niet in acht nemen van de gegeven
wenken, dat zij hier te lande nog niet de belangstelling geniet,
die zij verdient.
Het mechanisch optellen der lijnen geschiedt met behulp van:
i°. den gewonen passer. Bij niet zeer kleine figuren is de
som der middellijnen grooter dan de afstand, dien de passer be
hoorlijk kan bevatten, bijv. ioo m.m Nadert onder de bewerking,
na opneming van de nde middellijn, de passerstelling ioo m.m.,
of is die maat overschreden, dan heeft men in den afstand tusschen
randlijn en middendwarslijn a b (fig. 4) een middel om de ver
kregen passerstelling met 100 m.m. te verminderen. Die aftrek
geschiedt binnen de nde strook, om verwarring te voorkomen;
met de negatieve of positieve rest wordt de optelling in de
(n -)- i)de strook voortgezet.
2°. den boogpasser (Planimeterzirkel, System Richter). Eén
been is voorzien van een vasten boog, die door eene gleuf in
het andere been glijdt, en eene klemschroef draagt, waardoor de
passeropening tot een maximum van bijv. 100 of 150 m.m. kan
worden beperkt.
3°. den booghaarpasser (Planimeterhaarzirkel, Richter). Na
stelling van de klem op bijna 100 of 150 m.m. wordt de juiste
maat bereikt, door middel van een schroefje, dat aan het gesplitste
been een fijne vormverandering mededeelt.
Bereikt bij gebruik der boogpassers de opening onder de be
werking het maximum in zeker punt der nde strook, dan slaat
men den passer 1800 om en telt de (positieve of negatieve) rest
der nde middellijn bij de volgende op.
4°. den boog(haar)passer met telraadje. Om bevrijd te zijn