145
genomen is of nog moet worden opgeteld. Het gebruik van de
indexstreep in vergelijking met dat van een naald of passerpunt
biedt eene grootere mate van nauwkeurigheid bij de transformatie
op het oog van de strookeinden bij den passer moet men zich
de transformatielijn denken, de indexstreep stelt ons in staat, na
overleg van hetgeen ten aanzien van fig. 14 is opgemerkt,
het resultaat der schattingstransformatie te beoordeelen, door het
bijgevoegde tegen het afgesneden deel te doen opwegen. Een
meetkundig geoefend oog verricht dit balanceeren met groote
nauwk eurigheid.
Bij het onderzoek naar de constructie van de harp komt het
minder aan op de gelijkheid der intervallen, dan wel op den af
stand der eerste en laatstgebruikte parallellen. Vóór het gebruik
bepale men de steeds geringe waarde der indeeling op de dwars-
middellijn a b.
In de meest voorkomende gevallen (fig. 7 a 10) vindt men
voor den inhoud in centiaren, bijv. bij gebruik van een 4-m.m.-
harp en op de schaal 1 2500 eenen vorm als
(500 450 500 127,6) X 'o b3 X 24,2:2
J5>7
Indeeling (krimping) 0,1
Resultaat
Bij een oordeelkundig kiezen der strookbreedte, eenige geoefend
heid in het bepalen der gunstige ligging en onder toepassing van
de planimeterlineaal of, als men wil, biseau-zonder-eind»levert
de planimeterharp ook voor niet gerekte en niet zeer krom
lijnige figuren zoowel quantitatief als qualitatief, verrassend
gunstige resultaten.
d. W.