--'+^
Derhalve is de lijn, gaande van het oogpunt naar het midden
punt van den geprojecteerden cirkel, tevens de straal van dien
cirkel.
De boog A B op dien cirkel is de projectie van een overeen-
komstigen boog op het aardoppervlak, de rechte lijn AB K'
is de projectie van de koorde en s is het hoekje tusschen de ge
bogen en de rechte lijn, waarvan de waarde moet worden bepaald.
Uit de figuur is:
M C2 r2 4 R2.
Ook is
dus
waaruit
Verder is
MC2 p2 -f- r2 2 p r sin
4 R2 p2 -f r2 2 p r sin cc
T P* 4R2
2 p sin co
1 K'
sin K r
De waarde van r substitueerende is dus
p K' sin u
sin -'j,-
p2 4 R2
In het algemeen wordt de vergrooting van eene zijde in de
projectie, waarbij de vergrooting in het centrale punt één is,
uitgedrukt door de formule, ook te vinden in het leerboek der
lagere Geodesie, formule (332)
waaruit
4R2m 4 R2 -)- p2
zoodat in bovenstaande uitdrukking voor sin kan worden
geschreven
p K' sin u
sin r
1 4 R2 m
De p in deze formulé voorkomende heeft betrekking op de
kaart met de vergrooting 1 in het centrale jjunt en komt in
lengte overeen met (in de kaart met m0 als vergrooting in /OS
7 mo
datl puntf
H/U
15
2 2 r