i68 spoedig herstel toe en hopen hem weldra in eene goede gezond heid aan het hoofd onzer afdeeling te zien terugkeeren. Het tweede struikelblok, waarop ik zooeven doelde, is de U allen bekende financieele malaise. Niet ontmoedigd evenwel, zal het Bestuur ook thans in deze richting nog werkzaam blijven en al het mogelijke doen, om zoo spoedig mogelijk eene gunstige beschikking op onze billijke wenschen te verkrijgen. Een tweede voornaam punt, waarmede het Bestuur zich had bezig te houden, was eene betere opleiding voor de landmeters van het Kadaster. Ingevolge besluit Uwer laatste vergadering was ons opgedragen aan de Staatscommissie, ingesteld inzake wetgeving op registratie en hypotheekstelsel, een rapport over die opleiding aan te bieden en daarvan kennis te geven aan de Regeering. Het Bestuur is van die opdracht eenigszins afgeweken en wel in zooverre, dat het èn aan den Minister èn aan de Staatscommissie een rapport over die opleiding heeft aangeboden. Wij dienden dit rapport bij de Regeering in, aangezien vernomen was, dat het Hoofd bestuur zelf die zaak weer zou opvatten en nadat ons uit de gevoerde gesprekken ter audiëntie gebleken was, dat eene nadere toelichting over dit punt aan de Regeering gericht, niet on dienstig zou zijn. Wij koesteren dan ook de beste verwachtingen, dat eerlang aan deze onze wenschen gehoor zal worden gegeven. Bij gelegenheid van den verjaardag Harer Majesteit, onzer geëerbiedigde Koningin, werden de heeren J. M. van Walsem, Hoofddirecteur van de registratie, de hypotheken en het kadaster en A. J. van Baarle, Ingenieur-Verificateur van het kadaster, gedecoreerd. Door het Bestuur werd hun namens de Vereeniging geluk gewenscht met de hun tebeurtgevallen onderscheidingen. Verder is het mij aangenaam, U te kunnen mededeelen, dat het vermoeden, verleden jaar door mij geuit omtrent een mogelijk te kort op de rekening, niet is bewaarheid. Die rekening over het jaar 1907 sluit nog met een batig saldo, zoodat thans nog niet aan het versterken van de inkomsten der Vereeniging be hoeft gedacht te worden. Wij hopen, dat die toestand zoo gunstig zal blijven. Ten slotte moet ik nog gewagen van het groote verlies, dat

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1908 | | pagina 174