IÖ2 Aan Zijne Excellentie den Minister van Financiën. Het Bestuur der Vereeniging voor Kadaster en Landmeetkunde, gevestigd te Amsterdam, welker Statuten zijn goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 4 Dec. 1887 n°. 23, neemt hierbij eerbiedig de vrijheid, beleefd Uwer Excellenties aandacht te verzoeten voor onderstaande opmerkingen; zulks krachtens opdracht der 23ste algemeene vergadering van 23 September 1907, harer Vereeniging. In aanmerking nemende de groote waarde van betrouwbare en nauw keurige uitkomsten bij de metingen door de Landmeters van het Kadaster, is bevordering dier betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van algemeen belang. Waar nu terecht de eischen van nauwkeurigheid aan het meetwerk der Landmeters zeer hoog worden gesteld en een helder inzicht in de praktijk van zijn vak aan veel ervaring moet worden gepaard, dient van de beste hulpmiddelen, die wetenschap en techniek verschaffen, te worden gebruik gemaakt. Evenwel, zonder geoefende en vertrouwbare helpers bij de uitvoering van den meetarbeid, tot nu toe bekend onder den verouderden naam van „kettingtrekkers", zijn zelfs bij de beste voorzorgen en bij het nauw- lettendste toezicht geene uitkomsten te verkrijgen, evenredig aan de te stellen eischen. Verder komt het herhaaldelijk voor, dat men om zich van de begren zing van eigendommen, vooral gebouwde, op de hoogte te stellen, moet doordringen in intieme vertrekken, zoodat het beslist noodzakelijk is ver gezeld te zijn van vertrouwde en nette arbeiders. In vele gemeenten is het moeielijk, in enkele, zooals in de groote industriestreken en in het gebied der kolenmijnen, zelfs onmogelijk, arbeiders te vinden. En slaagt men er in, na veel moeite, een paar menschen voor dat doel op te sporen, dan behooren die dikwijls tot de minder valieden in de maatschappij, en zijn tot geregelden arbeid niet in staat. Voorts wettigt het gevaar, waaraan de arbeiders bij het meten bloot gesteld zijn, de wenschelijkheid, hen tegen schade bij mogelijke onge il alle ti te verzekeren. Het schijnbaar zoo eenvoudige meten gaat dikwijls gepaard met klim men over hooge afscheidingen en springen over slooten, men verkeert bij in aanbouw zijnde huizen en op spoorbanen, terwijl het varen in ranke bootjes en het reizen per spoor, boot of tram dagelijks voorkomende bezigheden zijn en evenzoovele bronnen van gevaar voor die arbeiders, om door' een ongeval getroffen te worden. Wij wenden ons daarom eerbiedig tot Uwe Excellentie met het beleefd verzoek i°. in de leemte van geoefend hulppersoneel te willen voorzien, door het aanstellen van vaste arbeiders.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1908 | | pagina 188