i8s
Het voorgelezen jaarverslag omtrent de bestuurshandelingen
geeft den heer Hoffmann aanleiding het woord te vragen; hij
deelt de volgende door hem op schrift gestelde bezwaren mede:
Naar aanleiding van het verslag der traktementen-com
missie wensch ik op te merken, dat wij ons bereid toonen,
verbetering van ons maatschappelijk aanzien prijs te geven
voor eene geringe verhooging van traktement. Dit toch wordt
op bldz. 14 betoogd; daar lezen wij, nadat eerst is uiteen
gezet, dat het lot van den landmeter is, steeds landmeter,
d.w.z. ambtenaar van inferieuren rang te blijven, omdat
ingenieur-verificateur voor slechts weinigen bereikbaar is, en
het beheer der 34 kantoren ten deel viel aan ambtenaren
der registratie:
«dat eene regeling, waarbij door eene verbetering van het
maximum-traktement aan dit bezwaar eenigzins kan worden
tegemoet gekomen, er ongetwijfeld krachtig toe zal mede
werken om het ontbrekende minder zwaar te doen gevoelen.»
M. d. V., dat noem ik zijn eerstgeboorterecht voor een
schotel linzen verkoopen
Voor mijn persoon stellig sta ik niet alleen protesteer
ik tegen deze zinsnede, in strijd met den aanhef van B. Reor
ganisatie, bldz. 15 en 16 der oude Memorie. B. Reorgani
satie, gewijzigde Memorie, is voldoende mat en kleurloos
om er niet, hoogstens maar heel even, aan in den weg te staan.
Nog zou ik willen vragen of het Bestuur wel heeft over
wogen, dat deze zinsnede den geheelen verleden arbeid onzer
vereeniging tot een paskwil maakt, het volgende compromis
in uitzicht stelt: «Voor een beetje geld beloven wij, nimmer
meer te zullen tornen aan eene organisatie, van welke wij
voortdurend en onverholen hebben getuigd, dat zij onze
sympathie niet bezit.
Waar het Bestuur de tractementen-commissie overhaalde,
hare beschouwingen en berekeningen te bouwen op een
maximum van f 3400.—, meen ik het Bestuur, voor de weinig
gelukkige uitlating verantwoordelijk te mogen stellen.
Art. 11 onzer statuten zegt:
«De leden ontvangen alle geschriften, die van de ver
eeniging uitgaan, gratis.».