193
doen, stelt het Bestuur voor eene commissie van voorbereiding
te benoemen, die tevens feestcommissie zal zijn.
De heer de Haan meent, dat de leden dier feestcommissie
noodzakelijk moeten gekozen worden uit de leden, woonachtig
ter plaatse, waar het volgend jaar de feestelijke algemeene ver
gadering zal worden gehouden. Hij stelt dus voor, eerst punt f:
«Bepaling der plaats van bijeenkomst in 1909» af te doen.
De Voorzitter neemt dit voorstel over en vraagt opgave van
plaatsen, waarover zal kunnen worden gestemd.
Yan de opgegeven plaatsen verkrijgen: den Haag 33, Amster
dam 12, Arnhem 7, Nijmegen 3 en Assen 2 stemmen, terwijl
Utrecht, de bakermat der vereeniging, waar nu bijna 25 jaren ge
leden de oprichtings-vergadering plaats had, slechts 1 stem verkreeg.
Nadat nog besloten is, dat de a. s. algemeene vergadering te
's Gravenhage, in de maand Augustus moet plaats hebben, stelt
het Bestuur voor, tot leden der feestcommissie te benoemen de
heeren Meijer, van der Veur en Colpa.
De heeren Meijer en van der Veur nemen na eenige dis
cussie de benoeming aan; aan den secretaris wordt opgedragen,
den heer Colpa, die niet ter vergadering aanwezig is, de be
noeming mede te deelen.
In behandeling komt thans punt kStatuten der Vereeniging;
welk punt door den Voorzitter wordt toegelicht als volgt:
Zooals reeds bij de toezending der concepten voor statuten en
huishoudelijk reglement is medegedeeld, acht het Bestuur eene
wijziging onzer statuten niet noodzakelijk.
Het is daarom, dat het Bestuur, alvorens tot de behandeling
van de ontwerpen over te gaan, gaarne eene beslissing der ver
gadering uitlokt over de op de agenda onder k vermelde vraag.
Het al of niet bevestigend beantwoorden dier vraag, althans
van het eerste gedeelte daarvan, kan voor de toekomst onzer
Vereeniging zoozeer van gewicht zijn, dat daarover ernstig moet
worden beraadslaagd, alvorens de beslissing valle.
Het zal daarom niet ondienstig zijn, deze vraag in twee deelen
te splitsen en in de eerste plaats te overwegen of statutenwijziging
al of niet noodzakelijk is.
Het Bestuur acht eene statutenwijziging niet noodig. Statuten
behooren zoo beknopt mogelijk te zijn, willen zij Bestuur en ver-