195
De heer Hoffmann verkrijgt het woord voor de volgende
beschouwingen
Op 23 September 1907, ter gelegenheid der Algemeene Ver
gadering, vroeg het Bestuur opdracht tot voorbereiding der
statutenwijziging, onder machtiging deze taak, desgewenscht
geheel of gedeeltelijk over te dragen aan eene door haar te
benoemen commissie (T. v. K. en L. 1907, blz. 232).
De vruchten van zijnen arbeid ontvingen de leden omstreeks
17 Juli j.l., vergezeld van eene circulaire, welke in den aanhef
bericht, dat het onze vertegenwoordiging niet ^/-^noodzakelijk
voorkomt tot statutenwijziging over te gaan.
Deze opvatting schijnt bij het Bestuur in den loop van enkele
weken tot eene overtuiging te zijn aangegroeid, zoo sterk, dat
de Heeren haar op de agenda onder k 1°. in eene vraag meenen
te moeten voorleggen aan de vergadering.
Zulk doen lijkt mij eigenaardig!
Het Bestuur ontving de nota der H.H. van Riessen,
J. H. de Wal en Zijlstra tijdig genoeg, om reeds op de ver
gadering van verleden jaar tegenover het voorstel kleur te kunnen
bekennen. Het liet zulks echter na.
Maanden verloopen, zonder dat het in zoo gewichtige aange
legenheid eenig levensteeken geeft, en eindelijk, als het zoover
komt, voegt het daaraan toe een mededeeling, waarbij het be-
dektelijk verklaart nutteloozen arbeid te hebben verricht, en
bovendien eene uitnoodiging, om binnen een termijn van vier
weken afwijkende zienswijzen ter kennis te willen brengen.
Dit optreden lijkt mij tegenover de leden, tegenover deze
vergadering kwalijk te verantwoorden.
En wel, omdat het m. i. niet te verdedigen is, dat men
zonder voorbehoud een opdracht aanvaardt en tien maanden
later zegt: «Zie, wij gaven gevolg aan uwe lastgeving, maar
zonder eenige opgewektheid, zonder de minste toewijding; het
onderwerp boezemde ons hoegenaamd geen belangstelling in,
wij waren het veeleer vijandig gezind, waarom wij, ofschoon
daartoe de bevoegdheid bezittende, nalieten het commissoriaal
te maken.»
Nu is het mogelijk, dat deze voorstelling van het overleg der
Heeren niet geheel juist is, dat hun gemeenschappelijke gedachten-
gang, toen het concept gedrukt voor hen lag, zich in een eenigs-